40+1: Expositie 41 jaar stadsarcheologie Breda

07-11-2022

In 2021 was het 40 jaar geleden dat Breda een stadsarcheoloog kreeg en dat de gemeente zelf structureel archeologisch onderzoek ging uitvoeren. Gelegenheid om dit te vieren was er vorig jaar niet, maar dit jaar zetten we de Bredase archeologie alsnog in de schijnwerpers. In de tentoonstelling in het Chassé theater zijn 41 vondsten uit Breda te zien. Vondsten die een afspiegeling zijn van jaren archeologisch onderzoek op verschillende locaties binnen de gemeentegrenzen. Hieronder worden alle vondsten nog eens nader toegelicht.

De tentoonstelling is tot en 3 januari 2023 te zien in de expositieruimte van het Chassé Theater. Een deel van de objecten is de gehele periode van buitenaf te bewonderen, de tentoonstellingsruimte zelf is op bepaalde data geopend. Voor de openingstijden, zie de website van het Chassé theater.

Trip

Bij opgravingen op het te ontwikkelen Digit Parc werd in 2008 een schoentje van hout en leer gevonden. Het is een kindertrip, maat 20. Een trip is een overschoen met een dikke houten zool en leren bovenwerk, waar men met een (leren) schoen in kon stappen zonder dat deze vies werd.

Grafurn met dekschaal

Op Steenakker werd in 1998 een vrijwel ronde grafkuil onderzocht met een diameter van zeventig centimeter. In dit vlakgraf bevond zich een flinke grafurn die was gevuld met menselijke crematieresten. Het betreft een zogenaamde Harpstedt-urn, die wordt gekenmerkt door een nogal ongelijk oppervlak, alsof er klei tegenaan gesmeten is. Deze urn werd afgesloten door een dekschaal. In de urn bevond zich ook nog een kleiner potje. Op grond van dit aardewerk kon het graf worden gedateerd in de vroege ijzertijd.

Pompzuiger

Enkele jaren geleden werden tijdens een archeologisch onderzoek in het buitengebied van Bavel sporen van het laat middeleeuwse gehucht Eikberg opgegraven. In de meest zuidelijke vindplaats op Eikberg werd een tonwaterput uit de tweede helft van de zestiende eeuw opgegraven. De waterput was rijk aan organisch vondstmateriaal, zoals houten serviesgoed en botanische resten. Bij het couperen van de waterput werd duidelijk dat een groot deel van de houten pompconstructie bewaard was gebleven: centraal in de bakstenen opbouw van de put en in de onderlig­gende ton had men een uitgeholde boomstam geplaatst: de zogeheten ‘pompbuis’. Bij het onderzoeken van de inhoud van de pompbuis werden resten van de grotendeels complete pompzuiger, oftewel het ‘pomp­slot’ of ‘pomphart’, in de buis teruggevonden

Afval pijpenmaker

Ruim 25 jaar geleden werd op de plek waar nu de Nieuwe Veste is een woonwijk uit de late middeleeuwen opgegraven. Eén van de meest bijzondere vondsten van de opgraving aan de Molenstraat was een kleipijpenoven uit de 17de eeuw. Kleipijpen zijn rookpijpen gemaakt van witbakkende klei die net als aardewerk in een oven werden gebakken. De pijpjes zelf werden in Breda al vaak gevonden, dat was heel normaal, maar de vondst van de pijpenoven was ontzettend speciaal. Voor het eerst werd er in Nederland een pijpenoven opgegraven!

Behalve resten van de oven werden er ook veel pijpjes gevonden in de werkplaats van de pijpenmaker. Complete pijpjes, gebroken en mislukte pijpjes en de klei waar de pijpjes van gemaakt werden. Nu weten we dat er in de 17de eeuw in de Molenstraat een pijpenmaker werkte, en we weten ook wie dat was! De pijpjes die in en rond de oven lagen hadden een merkteken van twee letters: ‘SB’. Deze letters verwijzen naar de naam van de pijpenmaker: Samuel Broen. Samuel Broen was een Engelse soldaat die naar Breda gekomen was en als pijpenmaker ging werken. De kennis van het pijpen maken had hij meegebracht uit zijn geboorteland en bleek bij ons ook populair. In Breda zijn honderden kleipijpen gevonden die door Samuel werden gemaakt. Een andere bekende Bredase pijpenmaker uit de 17de eeuw is Christiaen Damman die in zijn pijpjes de letters ‘CD’ stempelde

Skelet zwaan

In 1992 is door de Gemeente Breda op het terrein van de KMA (Koninklijke Militaire Academie) archeologisch onderzoek gedaan naar het middeleeuwse Kasteel van Breda. Tijdens de opgraving werd bij de noordvleugel van het kasteel een stortkoker aangetroffen. Uit deze stortkoker en de naastgelegen stortwaaier kon een grote hoeveelheid dierlijk botmateriaal worden verzameld. De inhoud van de stortkoker is op basis van de vondsten uit de vulling en op basis van historische gegevens te dateren in de periode 1525-1540. Veel van het botmateriaal was afkomstig van vogels. Vooral knobbelzwaan, patrijs en goudplevier werd teruggevonden.

Zwanen golden in de middeleeuwen als edele dieren bij uitstek en het houden van zwanen was een landsheerlijk recht. De zwanen zwommen waarschijnlijk in de kasteelgracht waar zij door het eten van kroos en waterplanten het water schoon en helder hielden. Hun vleugels werden gekortwiekt en in de winter werden zij bijgevoerd; dit alles om te voorkomen dat zij zouden wegvliegen. Zwanen werden tijdens adellijke feestmaaltijden vaak als pronkgerecht geserveerd in de vorm van een opgemaakte zwanenpastei. Van het vlees van de vogel bereidde men een pastei, het pluimenkleed werd als versiering gebruikt. Dit gebeurde overigens ook met vogels zoals fazanten, reigers, pauwen en kalkoenen.

Zeefresidu

Tijdens veldwerk worden regelmatig grote hoeveelheden grond gezeefd. Na het uitzeven van de grond, vaak met verschillende zeefmaten (0,5-5 mm), blijft er uiteindelijk een residu over vol met archeologische resten. Deze worden door vrijwilligers gesorteerd naar soort. Het gaat dan zoals eerder gezegd om zaden, pitten, visresten, houtskool, baksteen etc. De dierlijke en plantaardige resten kunnen verder worden gedetermineerd door archeologische specialisten. De resultaten hiervan geven ons meer inzicht over hoe plant en dier door de geschiedenis heen werden gebruikt of gegeten.

Alambiek

Deze alambiek of destilleerhelm werd gebruikt in het destillatieproces om opstijgende dampen uit een kokende vloeistof te verzamelen, af te leiden en te koelen. De "helm" werd op een grote kookpot geplaatst waarbij door de tuit de dampen van de meest vluchtige stof het eerst konden worden opgevangen. De vindplaats van deze alambiek was t.h.v. een visvijver die tot circa 1530 bij het klooster St. Catharinadal (het huidige Holland Casino) behoorde. De associatie met de verwerking van medicinale planten uit de kloostertuin ligt voor de hand maar historisch zijn hier geen aanwijzingen voor. Ook bij opgravingen op het middeleeuwse Begijnhof aan het Kasteelplein werden fragmenten van twee alambieken gevonden. Deze waren echter van glas.

Afval beenbewerker

Bij de opgravingen in de Molenstraat (in de jaren´80 en´90 van de vorige eeuw) werden veel benen voorwerpen gevonden. Interessant is dat er niet alleen complete voorwerpen werden opgegraven, maar ook het restafval van de beenbewerking en delen van bewerkte botten. Door deze vondsten weten we dat er in de Molenstraat een beenbewerker actief was. Deze ambachtsman sneed gebruiksvoorwerpen zoals kammen en speldenkokers uit dierlijk bot, maar hij maakte er ook speelgoed, dobbelstenen en mesheften van.

Pelgrimshoorn

De resten van deze pelgrimshoorn zijn in 1982 opgegraven door de eerste stadsarcheoloog van Breda, Zo’n hoorn kon om de nek gehangen worden en werd door pelgrims meegedragen op bedevaart. In een bedevaartplaats werd tijdens het tonen van de relieken (overblijfselen van heiligen) door de pelgrims op de hoorn geblazen en gejuicht om het kwaad af te weren.

Kan

De huidige Tolbrugstraat was in de dertiende en veertiende eeuw nog een moerassige oeverzone van de rivier de Mark. Bij opgravingen werden hier greppels gevonden die gevuld waren met pottenbakkersafval uit deze tijd. Er werd het voor die tijd gebruikelijke rood- en grijsbakkende aardewerk aangetroffen, maar ook misbaksels van fraai versierde kannen met afwijkende vormen. Deze waren versierd met zogenaamde slibversiering, bestaande uit opgelegde witbakkende kleistrips, braamnoppen, margrieten en schubben. De pottenbakker werkte in een Vlaamse-Brabantse traditie.

Romeinse helm

Uit een derde-eeuwse waterput kwamen enkele opmerkelijke voorwerpen tevoorschijn, waaronder fragmenten van een bronzen helm. De uivormige helm bestond uit acht langgerekte driehoekige platen van 22 cm lang en 1 mm dik die met koperen klinknagels aan elkaar waren geklonken, met aan de onderzijde een afsluitende brede strip. De in 2004 vervaardigde reconstructie bevat een nekbescherming van maliën en een pluim aan de open bovenzijde. Dit helmtype is niet gebruikelijk in West-Europa. De vorm duidt eerder op een variant uit het oostelijke deel van het Romeinse rijk (Dacië). De helm is ongetwijfeld door een veteraan mee teruggenomen naar zijn Bredase thuisbasis.

Ploegschaar

Ploegen ging vroeger anders dan nu. De keerploeg, die de grond dus doorsnijdt en omkeert kennen we pas vanaf de ijzertijd. Daarvoor werd de grond bewerkt met een zogenaamd eergetouw. Dit primitieve ploegwerktuig, dat al vanaf het neolithicum bekend is, breekt de zode of kluit van de akker wel open, maar keert de grond niet om. Om de bodem zo goed mogelijk te kunnen bewerken werd de akker kruiselings opengereten. Tijdens archeologisch onderzoek in het tracé van de Hogesnelheidslijn werd, ter hoogte van de Ettensebaan, in een waterput een ploegschaar van zo'n eergetouw aangetroffen, bestaande uit één stuk eikenhout met een pijlvormig blad. Er zijn geen slijtagesporen op zichtbaar. Dat zou erop kunnen duiden dat toen reeds een met ijzer beslagen punt is gebruikt.

Posters Pagina 29

Herinneringsbord

Op 18 september 1692 vond er een aardbeving plaats die in ieder geval in grote delen van Nederland, Frankrijk en België gevoeld werd. Het epicentrum van de beving, die een kracht van 6 op de schaal van Richter moet hebben gehad, lag in het noorden van de Belgische Ardennen, in de omgeving van Verviers. De aardbeving maakte blijkbaar een dusdanige indruk dat men in Nederland herinneringsborden maakte om deze indrukwekkende gebeurtenis op vast te leggen.

Kogel

Kogels in allerlei formaten worden teruggevonden in Breda. Loden musketkogels worden zeer regelmatig gevonden, maar ook kanonskogels en kogels van natuursteen zijn met name rondom het kasteel van Breda veel teruggevonden.

Bord

Dit rijk versierde bord met vogel erop werd in scherven teruggevonden aan de Molenstraat. Het is gemaakt van roodbakkend aardewerk met lichte slibversiering en groengekleurd glazuur. Het bord zal tussen 1675 en 1750 gemaakt zijn.

Oogtegels

Deze vloertegels (De oogtegels uit het Kasteel van Breda - Erfgoedweb Breda) hebben eens in het paleis van graaf Hendrik III van Nassau (Hendrik III van Nassau - Erfgoedweb Breda) gelegen. De tegels zijn geproduceerd in het beroemde majolica atelier van Italiaan Guido Andries in Antwerpen. De oogtegels bestonden uit twee vormen en zijn op diverse plaatsen in het kasteel teruggevonden, maar nooit in hun oorspronkelijke ligging.

Urn

Tijdens een grootschalig archeologisch onderzoek in het tracé van de HSL ter hoogte van de Mr. Bierensweg in Prinsenbeek (Opgraving HSL Mr. Bierensweg 2001 - Erfgoedweb Breda) is deze pot uit de Midden-Bronstijd (1500-1100 v. Chr.) gevonden. Deze vrijwel complete pot, mogelijk een grafurn, werd in de vulling van een kuil aangetroffen. Er waren geen resten van menselijk bot (meer) aanwezig in de urn.

Potje

Deze drinkkom van zogenaamd Pingsdorf aardewerk werd tijdens onderzoek op de dekzandrug van Huifakker in Breda West aangetroffen in een grote afvalkuil. Deze afvalkuil lag nabij de resten van een huis, dat hier in de twaalfde eeuw heeft gestaan (Bootvormige woonstalhuizen - Erfgoedweb Breda).

Fibula

In de vulling van een Romeinse waterput (Romeinse waterputten in Breda-West - Erfgoedweb Breda) werd tijdens archeologisch onderzoek in Breda West deze koperen fibula gevonden. Een fibula werd gebruikt als sluitspeld voor mantels en andere kledingstukken. Romeinse fibulae konden rijkversierd zijn, maar dit is een vrij eenvoudig exemplaar.

Deel van een pot

Deel van een pot van handgevormd aardewerk met ingekraste decoratie. Deze pot dateert uit de ijzertijd en werd gevonden tijdens opgravingen in Breda West.

Ringvaas

Dit bijzondere sierobject is gemaakt van witbakkend aardewerk en dankt zijn kleurrijke uiterlijk aan koperoxide, gele slib en loodglazuur. Het is een ringvaas met daarop drie bekers in de vorm van uilen. In het midden is het geheel verbonden door een koolachtige vorm waarop waarschijnlijk nog een dierfiguur heeft gestaan. Op de ring zelf hebben tussen de uilen ook nog drie figuurtjes gestaan; zowel de centrale figuur als de drie figuren van de ring zijn afgebroken en niet teruggevonden. De scherven van de ringvaas werden gevonden in één van de waterputten op Eikberg waarin veel aardewerk, hout en metaal werd teruggevonden.

Posters Pagina 40

Baksteen met pootafdruk

Achter de Ginnekenstraat werden in 2018 muurresten, een haardplaats, vloeren en keldertjes opgegraven van kleine woningen of kameren uit de zeventiende eeuw. In één van de bakstenen van het muurwerk was een pootafdruk van waarschijnlijk een hond te zien. De pootafdruk moet in de nog natte klei gezet zijn voordat de steen werd gebakken.

Wandtegel

In Breda zijn tientallen wandtegels uit de zeventiende en achttiende eeuw teruggevonden. Wat opvalt is dat een aantal thema's regelmatig terugkomt: met name zeewezens, soldaten en ruiters worden vaak afgebeeld. Maar ook tegels met bloemen, schepen, herders of landschappen zijn goed vertegenwoordigd. Dieren zijn er ook; van een doodnormale koe tot en met een fantastische eenhoorn. Uiteraard mogen ook de alom bekende kinderspelen niet ontbreken op de tegels. Hier zien we een zeewezen.

Haarkrullers

Deze pijpaarden haarkrullers werden vroeger gebruikt om haren mee te krullen. Waarschijnlijk werden ze ook door een pruikenmaker gebruikt als krulspeld om pruiken mooi in de krul te krijgen. De pruikenkrullers werden verwarmd voordat ze in de haren van de pruik werden gedraaid. Vervolgens werd de kruller omwikkeld met een strookje vochtig papier, in het haar van de pruik gerold en vastgemaakt met een smal reepje stof.

Zalfpot

Deze zalfpot is gevonden aan de Catharinastraat en is gemaakt van Majolica aardewerk (gekleurde decoraties op een ondoorzichtige witte ondergrond van tin glazuur). Bij een noodonderzoek achter en in de toegangspoort van Catharinastraat 91-93 werd een beerput ontdekt met een uitzonderlijk rijke vulling. Dit huis behoorde, in de tijd dat de beerput in gebruik was, aan Charles de Héraugière, gouverneur van de stad Breda en in 1591 commandant van de troepen die met de list van het turfschip de stad hadden heroverd. Ook deze zalfpot komt uit die opgraving.

Olielampje

Bij een waarneming in een bouwput op een achterterrein tussen de Haagweg en de Heuvelstraat werden parallel lopende greppels aangetroffen, vermoedelijk behorende bij een laatmiddeleeuwse akkercomplex. Hoewel grote delen van het terrein verstoord waren konden in één hoek twee waterputten of -kuilen worden waargenomen met aan de oppervlakte aardewerk uit de IJzertijd. Een opmerkelijke vondst was een olielampje van lokaal handgevormd aardewerk.

Puntamfoor

Een amfoor is een Romeinse kruik die werd gebruikt als container om voedsel en vloeistoffen in te bewaren en te vervoeren. Men vulde ze met bijvoorbeeld wijn, olie of vissaus. Amforen zijn over het algemeen vrij groot, hebben twee oren en een relatief smalle opening die gemakkelijk afgesloten kon worden. Op Huifakker in Breda-West is het eerste exemplaar gevonden van een kleine puntamfoor in Nederland. Het werd in een aanzienlijk oudere waterput aangetroffen en zal dus niet als afval hierin terecht gekomen zijn. De amfoor lijkt begraven te zijn met een rituele bedoeling. Amforen kunnen een platte bodem hebben of juist een punt, zoals de kleine amfoor die in Breda is teruggevonden. De ongeveer zeventien centimeter hoge amfoor was gemaakt van gladwandig aardewerk en miste één van de oren.

Posters Pagina 16
Posters Pagina 27

Beeldje paard

Dit laat middeleeuwse paardenhoofdje van hoogversierd roodbakkend aardewerk werd aangetroffen in een greppel tijdens archeologisch onderzoek aan de Nieuwstraat in de Bredase binnenstad. Mogelijk is het afkomstig van een watervat of was het onderdeel van een beeldje.

Kommetje

Voorafgaand aan restauratiewerkzaamheden in de Waalse kerk aan de Catharinastraat werd archeologisch onderzoek uitgevoerd. Verspreid in de kerk en de kerkhuisjes werden acht kleine werkputten gegraven. In de vulling van een middeleeuwse sloot werd dit kommetje of zoutvaatje aangetroffen. Het kommetje is gemaakt van Maasvallei aardewerk met loodglazuur aan binnen- en buitenzijde.

Spaarvarken

Een spaarvarken van witbakkend aardewerk met koperoxide. Deze spaarpot moest kapot geslagen worden om het geld eruit te krijgen!

Posters Pagina 07

Schrabber

In Breda West zijn verschillende vuurstenen werktuigen gevonden die dateren uit de late oude steentijd (laat paleolithicum), en dan specifiek in de voorlaatste warme periode van de laatste ijstijd. Archeologische overblijfselen uit deze periode worden als Tjonger-Federmesser cultuur aangeduid. Zo is deze dubbele schrabber gevonden, gemaakt van Obourgvuursteen afkomstig uit België. Schrabbers werden vooral gebruikt bij het bewerken van huiden.

Sikkel

Tijdens archeologisch onderzoek in 2017 aan de Laagsteen (Meer prehistorische sporen Steenakker gevonden - Erfgoedweb Breda) troffen archeologen in een kuil verschillende vuursteenfragmenten. De verschillende stukjes vuursteen bleken aan elkaar te passen en zo werd duidelijk om wat voor voorwerp het ging. Het bleek een deel te zijn van een vuurstenen sikkel. Deze kenmerkende vondst kon gedateerd worden in de Late Bronstijd tot en met de Vroege-IJzertijd. Door de vorm en naam van deze steen wordt verondersteld dat de sikkel is gebruikt als gereedschap bij het oogsten van graan. Bij gebruikssporenonderzoek op soortgelijke vuurstenen sikkels bleek echter dat de gebruikssporen niet geheel in overeenstemming waren met sporen verkregen bij maaien en snijden van gewassen.

De kenmerkende hoogglans die op dergelijke sikkels aanwezig is kon worden toegeschreven aan contact met de grond en plantenvocht (zuren). Waarschijnlijk werd de sikkel (ook) gebruikt voor het snijden van plaggen. Plaggen werden in vele bouwsels gebruikt bijvoorbeeld in grafheuvels, huiswanden en stalvloeren. (Verbrande sikkel uit de Late-Bronstijd/Vroege IJzertijd - Erfgoedweb Breda)

Weefgewicht

Dit weefgewicht, handgevormd uit klei, dateert uit de vroege ijzertijd en is gevonden tijdens archeologisch onderzoek in Breda West. In dit gebied zijn fragmenten van weefgewichten met grote regelmaat gevonden. Weefgewichten werden gebruikt om de draden van een weefgetouw strak te houden.

Posters Pagina 20

Kruik

In de late middeleeuwen was de huidige Tolbrugstraat nog een moerassige oeverzone van de rivier de Mark. In 1995 werden tijdens opgravingen greppels gevonden die gevuld waren met pottenbakkersafval uit deze tijd. (Pottenbakkersafval - Erfgoedweb Breda) Ook deze grote kruik van grijsbakkend aardewerk met twee oren en een schenktuit kwam tussen het afval tevoorschijn.

Puntneus

Dit kruikje heeft op de hals een gezicht met een opvallend puntig neusje: een zogenaamde puntneuskruik. Dit type kruik is de voorloper van de baardmankruik, waarbij een bebaard gezicht op de hals van de kan of fles is afgebeeld. Deze puntneus is van steengoed vervaardigd in het Duitse Rijnland.

Halsketting

Een kralenketting gemaakt van dertien blauwe glaspastakralen werd tijdens archeologisch onderzoek aangetroffen in een paalkuil van een woonhuis uit de Romeinse tijd. Het aantreffen van deze ketting in een paalkuil is opmerkelijk. Of het gaat om een rituele handeling of een bouwoffer, of dat degene die het droeg verloren heeft, is niet duidelijk. (Glazen Romeinse halsketting - Erfgoedweb Breda)

Berkemeier

Berkemeiers waren bijzonder populaire drinkglazen in de zestiende eeuw. Ze werden massaal geproduceerd in de dichtbeboste streken in Duitsland. Voor de vervaardiging van dit "bosglas" was de as van beukenbomen nodig. De as verlaagde het smeltpunt van zand, de basis grondstof voor de vervaardiging van glas. De ijzerdeeltjes in het zand geven het glas de typische blauwgroene kleur. Deze berkemeier is in 1983 door archeologen gevonden in een beerput op de hoek van de Molenstraat en Oude Vest (Opgraving Oude Vest 1983 - Erfgoedweb Breda). Dit terrein lag al jaren lang braak. Bijna 10 jaar later is hier de nieuwbouw van de Nieuwe Veste en de bibliotheek verrezen. (Berkemeier, circa 1550 - Erfgoedweb Breda)

Kometenbeker

Dit zeventiende eeuwse drinkglas komt uit een beerput die gevonden is achter het in de jaren ’60 gesloopte pand aan de Molenstraat 16. (Opgraving Molenstraat 1985 - Erfgoedweb Breda) Het is een zogenaamde kometenbeker, waarvan het vermoeden bestaat dat deze bekers met versiering van kometen met lange staart zijn geïnspireerd door een komeetverschijning aan de hemel.

Wijnfles

Deze vroeg achttiende eeuwse groene wijnfles werd tijdens archeologisch onderzoek aan de Catharinastraat 87 gevonden. (Opgraving Catharinastraat 87 1990 - Erfgoedweb Breda). De fles is vrij- en vormgeblazen en heeft onder de mondopening een platte glasdraad. De fles is in de Nederlanden of Duitsland vervaardigd.

Ivoren kunstgebit

In de periode tussen 1988 en 1992 zijn opgravingen uitgevoerd tijdens een grootschalige restauratie van het Bredase hofhuis van Brecht. Het hofhuis van Brecht is vernoemd naar het adellijke geslacht Van Brecht dat van 1421 tot 1607 het huis bewoonde. Gedurende een lange periode werd huis van Brecht bewoond door leden van de stadselite. Na de Tachtigjarige Oorlog bestonden de bewoners uit gegoede burgers en legerofficieren. In de 19de eeuw was het huis ingericht als militair hospitaal. Tijdens het onderzoek van een beerput werden zes menselijke tanden verzameld, waarvan vier van een volwassen individu, met vergevorderde aantastingen van cariës (of tandwolf). Mogelijk zijn de tanden getrokken door een tandarts. In dezelfde beerput kwam ook dit ivoren kunstgebit tevoorschijn.

Bierfles De Drie Hoefijzers

Op de locatie van de huidige fietsenstalling in de Kraanstraat heeft in 1997 uitgebreid archeologisch onderzoek plaatsgevonden.( Opgraving Kraanstraat 1997 - Erfgoedweb Breda) Daar werd een wel heel typisch Bredase vondst gedaan, een bierflesje van De Drie Hoefijzers. In 1887 begon Frans Smits van Waesberghe in de Ceresstraat de stoombierbrouwerij De Drie Hoefijzers. Onder deze naam is tot 1968 bier gebrouwen, tot het bedrijf in dat jaar samenging met brouwerij Oranjeboom. (De Drie Hoefijzers - Erfgoedweb Breda)

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven