Op een braakliggend terrein achter het winkelpand aan de Ginnekenstraat 125 is deze zomer archeologisch onderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn veel bakstenen funderingen, vloertjes en keldertjes gevonden. Deze restanten hebben behoord tot de voormalige bebouwing op het terrein. Op recente luchtfoto’s ligt dit achterterrein braak, maar in de jaren ’70 stonden hier twee gebouwen. Van deze gebouwen werden nog enkele resten gevonden; twee muurtjes stonden zelfs nog gedeeltelijk overeind.
Restanten van "kameren" gevonden op het achterterrein Ginnekenstraat 125
23-08-2018Hoofdgebouw
Ginnekenstraat 125 vormde samen met Ginnekenstraat 127 'De Est'. De Est was in 1628 en eerder een herberg. In 1654 was De Est eigendom van de weduwe van Cornelis van Culemborg, een rijk geworden ruiter (hij bezat meer percelen in de Ginnekenstraat). Esther Vink (2003) geeft aan dat woningen aan de Ginnekenstraat in de 17e eeuw vaak door ruiters bewoond werden. Cornelis liet De Est na aan zijn weduwe (Vink 2003, 37-38).
Kameren
Andere muurresten, een haardplaats, vloeren en keldertjes, zijn in verband te brengen met de kleine woningen of kameren. De kameren waren een soort eenkamerwoningen die in de 17e eeuw gebouwd zijn op de achtererven van woningen aan de Ginnekenstraat, o.a. achter Ginnekenstraat 125. Ze werden in eerste instantie door voetvolk bewoond. Ze waren toegankelijk via een steegje dat vanaf de Ginnekenstraat naar achteren liep. In 1713 is er sprake van een rijtje van vijf achterwoningen achter De Est (Vink 2003, 37-38). Op het kadastrale minuutplan van 1824 staan deze vijf kleine woningen aangegeven.
17e eeuwse bebouwing
Onder de resten van deze huisjes is nog een ouder dubbel schouwfundament en een oudere kelder aangetroffen die vermoedelijk dateren uit de 17e eeuw. Naast het fundament van de haardplaats werden drie ingegraven aspotten gevonden. In een aspot werd de nog warme as uit de haard geschoven alwaar het verder kon doven. De vermalen as kon vervolgens worden gebruikt als was- en of schuurmiddel voor huishoudelijke klusjes. Voor het plaatsen van één van de potten was zelfs een stukje van het haardfundament weggebroken. Toevallig was in één van de bakstenen onder de pot nog een pootafdruk van waarschijnlijk een hond te zien. De pootafdruk moet in de nog natte klei gezet zijn voordat de steen werd gebakken. Op dit moment worden de vondsten nog schoongemaakt en is begonnen met de uitwerking van het onderzoek.