Op de locatie van de huidige fietsenstalling in de Kraanstraat heeft in 1997 uitgebreid archeologisch onderzoek plaatsgevonden. De aanleiding was de herinrichting van de voormalige parkeerplaats. Overigens was deze open plek in de stad het resultaat van een ongelukkige planning in de jaren vijftig van een "city-ring" aan de noordzijde van de historische kern. Dit plan is gelukkig nooit uitgevoerd maar een compleet huizenblok aan de noordzijde van de Kraanstraat was inmiddels gesloopt.
Opgraving Kraanstraat 1997
De resultaten van het onderzoek, dat in 1997 is uitgevoerd in de Kraanstraat, sluiten gedeeltelijk aan op die van het onderzoek van het Huis Van Brecht tussen 1988 en 1992. De opgravingslocatie bevindt zich in de oeverzone van de rivier de Mark. De ontginning van deze zone ving aan rond 1100, getuige de aangetroffen bewoningssporen in de vorm van kuilen en paalsporen en greppels. Het betreft hier de oudste bewoningssporen in de pre-stedelijke nederzetting.
Havenwerken
In de dertiende eeuw werd ongeveer in het verlengde van de Schoolstraat een grote havenstoep (een bestrate toegangsweg tot onder de waterlijn) aangelegd. Het grootste deel van deze stoep op het terrein van het Huis Van Brecht is in 1988 onderzocht. Tijdens de opgraving langs de Kraanstraat werd de zuidwestkant van deze structuur blootgelegd en bestudeerd. De wanden van de havenstoep bestonden uit verschillende achter elkaar liggende plaggenmuurtjes. Aan de waterkant was de onderkant van de plaggenmuur versterkt met vlechtwerk en palen. Naar het zuidwesten toe was de havenstoep na verloop van tijd uitgebreid met verschillende beschoeiingen. Het karakter en de chronologie van deze constructies konden slechts beperkt bestudeerd worden omdat ze grotendeels buiten de opgraving lagen.
In de eerste helft van veertiende eeuw krijgt het gebied een andere bestemming en verandert de havenzone in een woongebied. Voorafgaand aan deze veranderingen werd de havenstoep aan de waterkant afgesloten met een plaggenwal en vervolgens volledig opgevuld met zand. Aan de waterkant werden daarna nieuwe houten beschoeiingen aangelegd. Het is maar de vraag of hier nog schepen werd aangelegd.
In de tweede helft van de veertiende eeuw werd de rivier over een lengte van meer dan 30 meter aangeplempt, waarschijnlijk als voorbereiding op de bouw van de stadsmuur.
Herberg van Thorn
De west- en noordzijde van de Schoolstraat/Cingelstraat werd in de loop van de veertiende eeuw bebouwd door aanzienlijke bewoners. Ter plaatse van de opgraving Kraanstraat werd een groot woonhuis opgetrokken dat later bekend zou worden als de Herberg van Thorn. Van dit complex werden belangrijke resten teruggevonden. In de buurt en bovenop de resten van deze bebouwing werd een brandlaag uit de late vijftiende of vroege zestiende eeuw aangetroffen.
Met de aanleg in de zestiende eeuw van de Kraanstraat door de bovengenoemde bouwmassa, verdwijnt dit complex grotendeels uit het stadsbeeld. Het terrein tussen de Herberg van Thorn en de waterkant bleef tot aan de aanleg van de Kraanstraat een open ruimte waar de stad opslagruimte had ("de haringtuin"). Vrij snel na de aanleg van deze straat werd de westzijde volledig bebouwd. Van deze zestiende-eeuwse (en jongere) bebouwing is slecht een beperkt aantal muurresten teruggevonden. Opvallend waren de resten van kleinschalige industrie-activiteiten waaronder ovens uit de negentiende eeuw, behorend bij een waskaarsenfabriek.