Waar gewoond wordt, is behoefte aan drinkwater. Zo ook in de Romeinse tijd in Breda-West. Bij opgravingen op Steenakker, Huifakker en Emerakker zijn in totaal 25 waterputten en waterkuilen opgegraven die op basis van de constructie, de vondsten in de waterput of de relatie met andere sporen in de Romeinse tijd gedateerd worden. Waterkuilen werden direct in de bodem ingegraven, zonder beschoeiing, en werden vaak gebruikt om het vee uit te laten drinken.
Waterputten zijn er in verschillende vormen en maten, maar hebben als overeenkomst dat ze een houten beschoeiing of bekisting hebben. Door een goede beschoeiing in de waterput kon men er lange tijd schoon water uit omhoog halen. Er zijn putten opgegraven met een beschoeiing van vlechtwerk en met een uitgeholde boomstam erin. Verreweg de meeste waterputten hadden echter een bekisting van paaltjes en planken onderin. De putten in Breda-West zijn over het algemeen dicht bij de huizen gegraven. Erin zijn diverse gebruiksvoorwerpen en huishoudelijk afval teruggevonden: veelal aardewerk en bouwmateriaal, maar ook opvallende metaalvondsten zoals de resten van een soldatenhelm, een ijzeren ploegschaar en de rand van een emmer.