De gehuchten Zandberg, Molengracht, Lovensdijk, Teteringsedijk en Terheijdensehoek maakten tot 1927 deel uit van de gemeente Teteringen. De gemeente Breda omvatte niet meer dan het gebied binnen de singels en een smalle strook daar buiten (onder andere het Wilhelminapark). Teteringen was dus als het ware om Breda heen geplooid. Veel mensen weigeren te geloven dat de Ginnekenweg, de Baronielaan en de Zandberg ooit gemeentelijk onder het veraf gelegen dorp Teteringen hoorden.
Het gehucht Zandberg is nu nog steeds de wijk Zandberg. Het gehucht Molengracht gaat nu door het leven als de wijk Sportpark. Het gehucht Lovensdijk is nu niet meer dan een straatnaam. Alle oude bebouwing hier is verdwenen. Teteringsedijk en Terheijdensehoek behandelen we elders (Brabantpark en Hoge Vucht).
Zandberg
De oudste vermelding van de Zandbergen is volgens de toponymist Chr. Buiks uit 1411. In 1579 wordt het gebied voor het eerst de Zandberg (enkelvoud) genoemd. De Zandbergen zijn volgens hem mogelijk rivierduintjes, ontstaan in de tijd dat er geen bedijking langs de Mark aanwezig was, te vergelijken met andere zandbergen langs de Mark: Belcrumberg, Emelenberg, de Strikbergen enzovoorts. Bergen zijn in de omgeving van Breda grofzandige hoogten, soms zelfs stuifzandgebieden en in elk geval hoger en meer zandig dan donken.
Sportpark
De naam Sportpark is een van de weinige wijknamen in Breda die dateert uit de twintigste eeuw. de naam is afgeleid van de straatnamen, die zijn ontleend aan begrippen die in verband staan met de Olympische Spelen in Amsterdam van 1928.
Volksmond
Straatnamen zijn belangrijk om ons te oriënteren. In de middeleeuwen werden straatnamen spontaan in de volksmond gevormd. De straatnamen waren niet aangebracht op straatnaambordjes. Een straat kon daarom wel twee of meer namen hebben of langzaam maar zeker van naam veranderen. In het buitengebied werden vaak alleen de gehuchten benoemd en niet de wegen.
De toponymist Chr. Buiks heeft heel veel oude toponiemen verzameld van Teteringen. Een toponiem is de naam van een geografische eenheid, van akkers, gehuchten, maar ook van straten.
Meestal werden straten genoemd naar de functie, naar de richting waarin hij liep (Ginnekenweg), naar oritatiepunten, naar streeknamen, bijzondere gebouwen, naar eigenschapen van de straat (breed, smal, recht, krom, slikkerig enzovoorts) of naar de bewoners.
Officiële straatnamen
Toen de straatnamen in combinatie met huisnummers als adresaanduiding werden gebruikt, moesten ze ook officieel worden vastgesteld en moesten de namen op borden worden aangegeven. Op 18 februari 1908 besloot de gemeenteraad van Teteringen om in de Zandberg de huizen te nummeren per straat. Het was daarom noodzakelijk de straten officie namen te geven. De bestaande namen werden zo veel mogelijk gehandhaafd, enkele namen werden gewijzigd. De straatnamen werden met borden op de hoeken van de straten aangeduid. Na de annexatie van 1927 werden ook de overige straatnamen door de gemeenteraad van Breda vastgesteld en op straatnaamborden aangegeven.
In de Zandberg en Sportpark treffen we nog veel oude straatnamen aan, zoals de Ginnekenweg en de Zandbergweg. In later tijd zag men zich, door de grote aanwas aan straten, genoodzaakt thematische straatnaamgeving tot te passen (bloemen, Olympische Spelen, landbouwwerktuigen). De straten, genoemd naar blanke Zuid-Afrikaners hebben al voor heel wat rellen gezorgd.