De Grazendonkstraat is een mooi voorbeeld van een door een speculant vóór de Eerste Wereldoorlog aangelegde straat. De motor van de stadsontwikkeling van Breda in deze tijd werd gevormd door grondspeculatie en bouwondernemers. Breda nam een voorbeeld aan steden als Brussel en Parijs en noemde zich het ‘Petit Paris van de Lage Landen’. De bouwstijl was Art-Nouveau.
De voorloper van de Grazendonkstraat komt al voor op landmeterskaartjes, gemaakt naar aanleiding van een grensgeschil tussen Breda en Ginneken in 1658. Het weggetje had toen een zeer kronkelig tracé, begon aan de Ginnekenweg en leidde via de huidige Zandbergweg, het Zandbergpad ten noorden van de Grazendonkstraat, de huidige Leistraat en de huidige Grazendonkstraat naar het westen om daar dood te lopen in de beemden langs de Mark.
Speculatieve bouw
De Baronielaan werd onder de naam Boulevard Breda Mastbosch aangelegd in 1897-1900 door de Bredasche Bouwgrond-Maatschappij. De bedoeling was bouwgrond te ontsluiten en deze tegen een goede prijs te verkopen.
De ondergrond van de huidige Grazendonkstraat werd in 1903 door de metselaar Christiaan Voeten verkocht aan de metselaar Christiaan Nicolaas Beekers en de baksteenfabrikant Franciscus Thomas Botermans. Deze moesten volgens het verkoopcontract een straat aanleggen van tien meter breed. In 1905 vroegen Beekers en Botermans de gemeente Teteringen vergunning hun straat aan te leggen. Hij werd verhard met koolas. De initiatiefnemers wilden hun straat eigenlijk de Oranjestraat noemen, aansluitend op de naamgeving van de Baronielaan en het Engelbrecht van Nassauplein.
Beekers bouwde zelf een aantal woonhuizen en verkocht het overige gedeelte van de grond als bouwgrond. In advertenties in de krant lezen we: ‘Bouwgrond te koop aan de Boeimeerstraat (nabij de Baronielaan) zeer geschikt voor winkelhuizen.’ Vóór de Eerste Wereldoorlog was de straat al grotendeels volgebouwd met zogenaamde burgerwoonhuizen.