Na de afbraak van het hoekpand Ginnekenstraat en de (toen nog smalle) Karnemelkstraat werd er in de zomer van 1963 een opmeting gedaan door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek van de fundamenten van de Eind- of Lombardpoort. Deze poort vormde de zuidelijke toegang tot de middeleeuwse stad.
Opgraving Karnemelkstraat / Eindpoort 1963
Zicht op de werkput met de duidelijk zichtbare toren. Op de achtergrond de O.L.V. ter Hemelopneming
De opgravingsput geprojecteerd op de huidige topografie en op het kadastraal minuutplan van 1824. In grijs het omliggende archeologische onderzoek
Overigens was in 1926 al een opmeting (en aftopping) uitgevoerd bij klaarblijkelijke nieuwbouw. Het fundament van de westelijke torenvoet had een doorsnede van 7.30 meter en was op de waterlijn bekleed met natuursteen. De toren is nog grotendeels aanwezig, globaal onder de oversteekplaats tussen Ginnekenstraat en Eindstraat.
In 1994 bleek overigens dat er aan de kop van de Ginnekenstraat zich muurwerk bevond dat als zgn. voorpoort kan worden geïnterpreteerd (zie onderzoek rioleringsonderzoek Ginnekenstraat 1995).
Gerelateerd nieuws
Deel dit artikel
Nieuwsbrief
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van
