De Ginnekenstraat is één van de belangrijkste winkelstraten in het centrum van Breda. De Ginnekenstraat, Eindstraat, Karrestraat, Torenstraat en Vismarktstraat moeten dateren uit de twaalfde eeuw. Men veronderstelt algemeen dat deze straten onderdeel uitmaakten van de prestedelijke nederzetting als ontsluitingsroute vanuit het zuiden. Deze straten vormen dus de oudste generatie straten in het centrum. Ook de Schoolstraat en de Cingelstraat lijken topografisch tot deze eerste generatie te behoren.
Ginnekenseinde
Henk Muntjewerff en Harry Gerritsen schrijven dat de oudste vermelding van de Ginnekenstraat uit 1347 is. De bebouwing hier wordt dan aangeduid als Buiten de Eindpoort. Deze naam wordt in de vijftiende eeuw wel afgewisseld met de aanduiding Buiten de Lombaardpoort. Met deze namen werd het hele gebied buiten de stadspoort aangeduid tot aan de Molenlei, de grens met Ginneken. De bebouwing van de Ginnekenstraat vormde een einde, de stadsbebouwing buiten de muren, net zoals het Gasthuiseinde, de huidige Boschstraat. De naam Ginnekenseinde komt voor vanaf 1499. Ook de huidige Ginnekenweg, voor zover deze onder Breda viel, werd zo genoemd. Het Ginnekenseinde was blijkbaar zó belangrijk dat het ook wel zonder meer het Einde genoemd werd.
Ginnekenstraat
Bij de Rul, het riviertje dat ter plaatse van de huidige Stallingstraat liep, stond een draaiboom. Rond 1535-1540 werd het Ginnekenseinde binnen de nieuwe wallen getrokken en verdween ook de draaiboom. De naam Ginnekenseinde was tamelijk hardnekkig. Pas in 1640 duikt de naam Ginnekenstraat op. Nog in de achttiende eeuw werd de straat regelmatig het Ginnekenseinde genoemd. Pas sinds de invoering van straatnaamborden in 1812 heeft de naam Ginnekenstraat de alleenheerschappij.