Bij de archeologische begeleiding van leidingwerkzaamheden op de kruising Ginnekenstraat-Houtmarkt-Karnemelkstraat zijn de restanten van de oude Ginnekenbrug, de kademuur en de voorpoort behorende bij de 14de eeuwse Eindpoort in het zicht gekomen. Vlak daarnaast was inmiddels het gewelf van de jongste, 19de eeuwse, Ginnekenbrug én het onderliggende Oude Vest riool blootgelegd.
Resten van Ginnekenbrug en middeleeuwse voorpoort aangetroffen
18-04-2019Oude Vest riool
Breda had een middeleeuwse stadsgracht rondom de oude kern. In het tracé tussen de Kennedylaan en de Karnemelkstraat werd in de jaren '60 van de 19de eeuw het Oude Vest riool aangelegd .De laatste resten van de nog openliggende gracht, de huidige Karnemelkstraat, werden tegen het eind van de 19de eeuw gedempt.
Kademuur
De stadsgracht sloot aan de stadskant aan op de middeleeuwse stadsmuur. Van de buitenzijde van de gracht weten we niet zoveel. Misschien dat delen van de grachtkant van oorsprong een houten beschoeiing hadden. Na de middeleeuwen zal er ongetwijfeld een bakstenen kademuur aangelegd zijn. Bij deze waarneming werd in ieder geval al een klein stukje van een middeleeuwse stenen kademuur zichtbaar.
Ginnekenbrug
Via een drietal poorten kon je de stad in en uit. Eén van de poorten was de Eindpoort of Lombardpoort. Deze sloot met een stenen boogbrug over de gracht aan op het Ginnekeneinde, de huidige Ginnekenstraat. Van deze brug zijn geen resten zichtbaar geworden, wel werd de aanzet van een stenen bruggewelf uit een jongere fase zichtbaar.
Voorpoort
Aan de buitenzijde van de gracht, in het verlengde van de brug werd in de Ginnekenstraat zware middeleeuwse funderingen aangetroffen die vermoedelijk behoren bij een voorpoort. Deze voorpoort diende om de stenen brug te verdedigen. Dit was namelijk geen ophaalbrug en dat maakte de Eindpoort dus kwetsbaar bij vijandelijke aanvallen.
Tijdens de aanleg van het eerste moderne vestingstelsel rond Breda (vanaf 1531) werd de middeleeuwse voorpoort gesloopt. In 1538 vermeldt de stadsrekening dat er stenen schoongemaakt zijn van de ‘cleijnder voerpoerte opt Ginnekers eijnde"
Eindpoort
Al in 1963 werd één toren van de Eindpoort opgegraven. Deze lag dus recht tegenover de locatie waar de afgelopen week opgegraven werd. Doordat de breedte van de poortdoorgang zo ongeveer een "karbreedte" moest zijn is ook bekend waar de andere toren zich bevindt. In de archiefstukken uit de late 15de en vroege 16de eeuw is erg veel bekend over de Eindpoort en de brug over de gracht omdat er veel onderhoud aan nodig was. Dat kostte veel geld en mandagen en de rekeningen hiervan zijn nauwkeurig bijgehouden.