De Haagdijk is een levendige winkelstraat die een uitloper van de binnenstad vormt. Het is een erg oude straat, maar de geleerden zijn het er nog niet over eens wanneer de Haagdijk precies is aangelegd. De Haagdijk is in ieder geval zó oud dat archiefbronnen ons niet ter beschikking staan. We moeten ons dus verlaten op archeologisch onderzoek en op onze logica. Opvallend is het kronkelende verloop van de straat. Waarschijnlijk is er dus ook flink geknutseld aan het verloop.
Een straat van de tweede generatie, rond 1275-1325
Men onderscheidt het ontstaan en de aanleg van de straten in de binnenstad algemeen in drie generaties. De Haagdijk behoort dan tot de tweede generatie. De eerste generatie wordt gevormd door de wegen van de prestedelijke nederzetting (ontstaan in de twaalfde eeuw). Dit zijn van zuid naar noord de Ginnekenstraat, Eindstraat, Karrestraat Torenstraat en Vismarktstraat en waarschijnlijk ook de Schoolstraat en de Cingelstraat en van west naar oost de Ridderstraat, de Sint Janstraat en de Veemarktstraat (het gedeelte van de Molenstraat tot aan de Gasthuispoort).
De tweede generatie, aangelegd tussen ongeveer 1275 en 1325, wordt gevormd door de Grote Markt, de Brugstraten, de Katerstraat (Catharinastraat), de Veemarktstraat (alleen het gedeelte tussen de Grote Markt en de Molenstraat), de Molenstraat, de Steenbrugstraat of Nieuwstraat (tussen de Karrestraat en de Waterstraat), de Waterstraat en de Visserstraat (inclusief een smalle straat ter plaatse van de huidige Havermarkt). De volgorde van aanleg van deze straten staat niet vast. Na deze generatie volgen als derde generatie de zogenaamde ‘nieuwstraten’, waarvan het jaar van aanleg nauwkeurig bekend is, vanaf 1490.
Volgens Wim Hupperetz, die promoveerde op de geschiedenis van de Visserstraat, zijn de Brugstraten, de Eindstraat, de Torenstraat, de Schoolstraat en de Veemarktstraat de oudste elementen in de stadsstructuur van Breda. Zij zijn, volgens Hupperetz, waarschijnlijk in de tweede helft van de dertiende eeuw ingemeten en aangelegd, evenals de Ginnekenstraat, de Haagdijk en de Boschstraat. Deze straten zijn twee roeden, dat is zeven en een halve meter breed.
… of toch rond 1190-1212?
Anderen zijn van mening dat de Haagdijk (en de Teteringsedijk) eerder aangelegd zijn, rond 1190-1212. De belangrijkste oost-westroute over het grondgebied van de heer van Breda, de heerbaan, liep oorspronkelijk over Ginneken. Bij de Ganzenweide, iets ten zuiden van de huidige Emmabrug, reden karren door de rivier de Mark. Daar was een doorwaadbare plaats of voorde. De voorde bij Ginneken heeft nog bestaan tot 1640, toen de Duivelsbrug werd gebouwd. Om de route te verkorten legde de heer van Breda, waarschijnlijk dus rond 1190-1212, verder naar het noorden een nieuwe oostwestverbinding aan. Daarvoor was het nodig om in het Markdal dijken aan te leggen: de huidige Haagdijk en de Teteringsedijk, voor die tijd enorme kunstwerken.