De toponymist Chr. Buiks vond het gebied de Donk al vermeld in 1479. Het was een beemdengebied en polder ten noorden van Breda en ten westen van de rivier de Mark. Donk betekent ‘opduiking in moerassig gebied’. Ten noorden van de Haagdijk lag de Donkvaart, reeds vermeld in 1507. Hier over heen lag de Donkbrug, vermeld in 1512. De weg van de Haagdijk naar het noorden, de donk in, heette de Donkersteeg (voor het eerste vermeld in 1439) of de Donksteeg (zo vermeld vanaf 1471). Door de aanleg van de wallen vanaf 1531 werd deze straat gesplitst in een gedeelte binnen en een gedeelte buiten de wal. Het laatste gedeelte verdween in de loop van de negentiende of het begin van de twintigste eeuw, toen langs de spoorlijn en de Mark fabrieken verrezen.
In de Stad Diest
In 1602 kocht Aerd Jan Meulders van Diest een huis bij de Haagdijk in de Donkstraat. In 1610 wordt dit huis voor het eerst In de Stad Diest genoemd. Tot ver in de negentiende eeuw was dit een bekende herberg. In 1691 had men het al over Achter Diest. In 1737 noemt men voor het eerst het Dieststraetie. De twee namen bestonden lange tijd naast elkaar, tot 1848. Diest ligt in de provincie Vlaams Brabant (of Zuid-Brabant). De Nassaus waren ook heer van Diest. In 1802 werd in de herberg In de Stad Diest de Broederschap van de Zalige dood en van de Processie naar Scherpenheuvel opgericht. Scherpenheuvel ligt bij Diest. In 1963 werd de Unie van Oranjesteden opgericht door Orange (Frankrijk), Breda, Diest en Dillenburg (Duitsland). De straatnaam Dieststraat heeft hier echter niets mee te maken.
Chinezenbuurt
Vóór de Tweede Wereldoorlog woonden er relatief veel Chinezen in de Dieststraat en werd dit ook wel de Chinezenbuurt genoemd. Na de oorlog verloederde de straat. In de jaren zeventig werden de laatste panden gesloopt, behalve de enkele panden die er nu nog staan.