Tijdens uitgebreide rioleringswerkzaamheden langs de noordoostelijke gevelwand van de Grote Markt konden uitgebreide waarnemingen gedaan worden. Deze waarnemingen sloten aan op die van de Veemarktstraat, Reigerstraat en via een soort bypass met die van de Korte Brugstraat.
Waarneming Grote Markt noordzijde riolering 1995
Tot op dat moment was er slechts één archeologische melding bekend van de Grote Markt. Het betrof een gracht (?) vulling die tegenover de hoek met het Kerkplein zou zijn gezien tijdens vroegere rioolwerkzaamheden. Op zich niet ondenkbaar gezien a) het kerkhof dat zich om de kerk uitstrekte met een eventuele omgrachting. Een tweede mogelijkheid b) was dat vóór het ontstaan van de Grote Markt de percelen aan de Torenstraat verder naar het oosten doorliepen en door een brede sloot werden begrensd. Het ontstaan van de Markt wordt door Van Hooijdonk in het midden van de 13e eeuw gedateerd, waarbij de bebouwing zich als het ware omkeerde van de doorgaande wegen (Eindstraat, Karrestraat en Torenstraat) naar het statusrijkere 'Plaetse'.
In de uiterste noordoosthoek werd een gelijkmatige ophoging aangetroffen, met opmerkelijk genoeg een onder de Markt doorlopende kelder voor het hoekpand bij de Catharinastraat. Enkele percelen zuidelijker bij Grote Markt 52-48 werd volop activiteit in de bodem aangetroffen in de vorm van kuilen en paalsporen. Bij de hoek met de Veemarktstraat werd een laagte aangetroffen met een venige vulling. De omvang kon niet vastgesteld worden, immers er konden alleen profielen worden bekeken. Opmerkelijk is dat deze depressie zich bevond op de plaats waar Broeckhuysen een weinig geloofwaardige verbinding tekende tussen de watertjes "het Spui" op het Stadserf en "de Mosselkreek" achter de Karrestraat.