In het kader van de aanleg van de Hogesnelheidslijn heeft in 1999 een Aanvullend Archeologisch Onderzoek op deze locatie plaatsgevonden. Voorafgaand aan dit onderzoek is deze vindplaats is verkend door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project (R.A.A.P.) d.m.v. een boorcampagne. Op grond van de resultaten werd de vindplaats geselecteerd voor een Definitief Archeologisch Onderzoek.
Opgraving HSL Westrik,1999-2000
Het onderzoeksgebied ligt niet in het tracé van de HSL zelf, maar strekt zich in oostelijke richting uit over de plek waar verstoring gaat plaatsvinden door het verleggen van de spoorlijn Breda-Roosendaal. Tevens zal de aanleg van twee verbindingsbogen voor de in- en uittakking van de lijn Breda-Antwerpen en v.v. verstoring van het bodemarchief veroorzaken. Op vindplaats Westrik werd bij de vooronderzoeken een esdek aangetroffen dat op zijn vroegst vanaf de Late Middeleeuwen door plaggenbemesting is gevormd. Onder het esdek opgegraven grondsporen wijzen erop dat bijna de hele vindplaats is gebruikt als nederzettingsterrein. Uitzondering is de noordoosthoek, waar resten van een grafheuvel de aanwezigheid van een grafveld uit de Bronstijd, IJzertijd of eventueel de Romeinse tijd doen vermoeden.
Huisplattegronden, sporen en het gevonden aardewerk duiden op gebruik van het nederzettingsterrein in de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen. Vondsten bestonden uit duurzame materialen als aardewerk, bouwmateriaal en natuursteen. Vooral het handgevormde aardewerk uit de IJzertijd of Romeinse tijd was sterk afgesleten, maar nog wel determineerbaar. Uit het esdek en recente context zijn metaalvondsten afkomstig.
Als voorbeeld van de gevolgen die egalisatie en ploegen in de Nieuwe tijd op het bodemarchief hebben gehad, is de vondstspreiding op Westrik illustratief. Uit een verzamelvak werden maar liefst 313 scherven uit de IJzertijd geborgen.
Uit onderzoek naar ongewervelden uit waterputten blijkt de aanwezigheid van vochtige tot natte weidegronden in de Vroege Middeleeuwen, hetgeen een indirecte aanwijzing is voor het weiden van vee. Botanisch onderzoek bevestigde de aanwezigheid van weidegronden. De resten van een roofmijt wijzen op de aanwezigheid van pluimvee.