Op de vindplaats "Prinsenbeek" die zich uitstrekte van de Backer en Ruebweg tot aan de Valdijk zijn in 1999 tien proefsleuven (tezamen 800 m2) aangelegd met elk twee opgravingsvlakken. In 2000 en 2002 zijn een deel van deze proefsleuven opgenomen in enkele grote opgravingsvlakken.
Opgraving HSL Prinsenbeek 1999-2002
Het eerste vlak is aangelegd op de overgang van de bouwvoor naar het niet-recentelijk verstoorde deel van het esdekpakket. Op twee plaatsen is van dit deel van het esdek een vak van 1 x 1 m onderzocht. Beide vakken zijn per 10 cm verdiept en gezeefd. Uit het onderzoek blijkt dat waarschijnlijk vanaf de Late Middeleeuwen op het dekzand een esdek is opgeworpen door het toepassen van plaggenbemesting.
Het tweede vlak, het sporenvlak, is onder het esdek aangelegd. Er is een vrij noordelijk gelegen cluster bewoningssporen aangesneden, vermoedelijk daterend uit de IJzertijd, en een centraal op het terrein gelegen cluster met sporen uit de periode 900-1250 n. Chr.
Een postmiddeleeuws greppelsysteem omvatte het grootste deel van de vindplaats en strekte zich verder naar het noorden en oosten uit. Op het zuidelijke deel van de vindplaats bevonden zich sporen van recente bebouwing. Vooral duurzame vondstmaterialen als aardewerk, bouwmaterialen en natuursteen zijn bewaard gebleven in de sporen. Veel materiaal was echter in het esdek opgenomen. Het duurzame materiaal is behoorlijk afgesleten, maar nog wel determineerbaar. Meer vergankelijke materialen als bot en onverkoolde zaden zijn niet aangetroffen.