In 1997 vond er in de Kraanstraat, op de plaats van de huidige fietsenstalling archeologisch onderzoek plaats. Net onder funderingen van de huizen die daar tot ca.1957 hebben gestaan werd een enorme brandlaag opgegraven. De laag bestond vooral uit verbrande klei, houtskool, wat dakleienen baksteen en grote hoeveelheden fijn zwart verbrand materiaal. De laag lag boven opeen lemen vloer.
De klei leek afkomstig van de lemen wanden, het houtskool van verbrande palen en balken. Kortom, er stond ooit een houten gebouw, vermoedelijk met een stenen fundering, en wanden van gevlochten takken die met leem aangesmeerd waren. Het gebouw is tijdens de brand ingestort en als een brandlaag bewaard gebleven.
Het fijne zwarte materiaal werd wel verzameld maar niet bestudeerd en dat leverde een verrassing op.
Het verhaal achter een 500 jaar oude brand.
06-07-2023Al de zeefresten werden na de opgraving goed ingepakt en nu, zo'n 25 jaar later, gesorteerd naar materiaalsoort. De grove resten bestonden inderdaad uit verbrand leem, houtskool en wat dakleien en daktegels. De fijnere zeefresten bestonden voor een groot deel uit verbrand graan waarvan het meest aannemelijk is dat het rogge is. Toen dat duidelijk werd kon er een link gelegd worden met de middeleeuwse historie van het gebouwencomplex (dat overigens door de aanleg van de Kraanstraat in het begin van de 16de eeuw behoorlijk werd gedecimeerd en waarvan de laatste resten in de jaren'30 van de vorige eeuw zijn verdwenen
Vanaf 1332 had de abdij van Thorn "een huys geheten HERBERGHE VAN THOREN in de Schoolstrate of Singhelstrate in Breda". Hier registreerde de rentmeester van Thorn de goederen en inkomsten, logeerde de abdis tijdens bezoeken aan Breda en werden de granen opgeslagen die de vrouwe van Thorn ontving vanuit veel plaatsen rond Breda. De abdij van Thorn had immers heel veel land in eigendom rond Breda of ontving "tienden" van de opbrengsten van het land.
Al in het begin van de 15de eeuw werd de herberghe verhuurd aan particulieren maar met verplichting huisvesting te bieden aan bezoekende ambtenaren en dienaren van Thorn en de zolder ter beschikking te houden voor graanopslag. "(...) tot uns ende onse goetshuiss voers behoeff tot 150 sester roegts (=rogge ?) toe daer op te leggen ende halden"
Het zou goed kunnen zijn dat de brandlaag dus een restant is van de graanopslag van de Herberg van Thorn. Of dat op zolder was opgeslagen of dat we met een graanschuur te maken hebben kunnen we niet echt meer nagaan.
De dateerbare vondsten uit de brandlaag lijken uit de 15de eeuw te zijn. Of er een relatie is met de stadsbrand van 1490 is onduidelijk. In de archiefstukken is op deze locatie nooit melding gemaakt van een afgebrand huis of van nieuwbouw na een brand.