In de periode 1988 - 1992 is een uitgebreid archeologisch en bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd in het Huis Brecht te Breda. Aanleiding voor het onderzoek was de restauratie en herinrichting van het pand. Het Huis Brecht staat te Breda bekend als het oudste huis van de stad. Op zich was dit een goede aanleiding om aandacht te besteden aan dit huis. Het onderzoek van het Huis Brecht maakt deel uit van een groter onderzoeksprogramma, dat tot doel heeft de relatie tussen het kasteel en de stad Breda te bestuderen. Dit programma is één van de zwaartepunten van het systematisch archeologisch onderzoek dat sinds 1981 in de stad Breda wordt uitgevoerd.
Opgraving KMA Huis Brecht 1988
Eén van de meest belangwekkende onderdelen was het onderzoek van het Huis Brecht. Dit 16de-eeuws huis ligt in de bocht van de School- en Cingelstraat en is begin jaren '90 gerestaureerd en heringericht. Het huis staat op het terrein van de Koninklijke Militaire Academie en wordt gebruikt als bibliotheek van deze onderwijsinstelling. Het onderzoek is gestart in 1988 en liep met grote tussenpauzes tot 1993 toen het huis werd opgeleverd. Bij het onderzoek van het Huis Brecht werd archeologisch, bouwhistorisch en historisch onderzoek gecombineerd.
Onderzoeksthema's
Het Huis Brecht ligt op de oever van de Mark, in de zone waar het kasteelcomplex en de noordelijke binnenstad elkaar ontmoeten. Door deze bijzondere ligging kwamen in het onderzoek van Huis Brecht en de omgeving een aantal onderzoeksthema's bij elkaar zoals de ontginning van het Markdal, de invloed op ontwikkeling van de stad en de relatie tussen het kasteel en de stad. Bij dit laatste ging speciale aandacht uit naar het Huis Brecht als voorbeeld van een hofhuis, d.w.z. huizen die meestal te dateren zijn in de late vijftiende en zestiende eeuw en gebouwd en/of bewoond werden door vooraanstaanden/adel verbonden aan het hof van de heren van Breda. Het hieronder beschreven onderzoek betreft de werkput uit 1988 op het voorplein van het huis.
Het archeologische onderzoek
In 1988 is het binnenterrein van huis Brecht vrijwel volledig onderzocht. De resultaten waren verrassend. Het oudste 12e eeuwse bewoningsniveau werd op de (hier niet verwachte) oever van de Mark aangetroffen. Ook de haven faciliteiten in de vorm van een havenstoep en een middeleeuws gebouw op de opvulling van de havenstoep waren niet verwacht.
In de galerij aan de noordzijde van de vleugel aan de Cingelstraat werden tenslotte de eerste aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een vroeg 14e eeuws zaalhuis. Uit dit gebouw is het huidige huis Brecht ontstaan. Dat wat toen als kelder werd geïnterpreteerd bleek later het toenmalige maaiveldniveau te zijn
.
De vondsten
Tijdens de opgravingen zijn een drietal beerkelders opgegraven die zich naan de noord- en zuidzijde bevonden van de in de jaren '50 gesloopte noordvleugel van huis Brecht. Twee beerkelders bevatten nog een restant 16/17e eeuws afval. De beerkelder aan de zijde van de binnenplaats was gevuld met grote hoeveelheden glas en aardewerk uit de eerste helft van de 19e eeuw. Gezien de hoeveelheid pispotten en zalfpotten lijkt deze beerkelder een relatie te hebben met de inrichting van Huis Brecht als militair hospitaal.
Wat stond er in de krant?
Interpretatie van de gevonden sporen
Ontginning van het terrein
De oudste sporen, die tijdens het eerste onderzoek van Huis Brecht zijn aangetroffen zijn, wijzen op bewoning in de vroege twaalfde eeuw op de oever van de Mark. Tijdens de opgraving werden in verschillende werkputten naast en onder het huis bewoningssporen aangetroffen in de vorm van kuilen, paalsporen, greppels, etc.. De daadwerkelijke oever werd gemarkeerd door een dun veenbandje waarop de oudste sporen zich aftekenden. De overgang naar het water is in deze werkput niet werkelijk gevonden. Wel werd het oorspronkelijke talud met daar tegenaan rivierafzettingen zichtbaar. Deze bewoningssporen dateren van voor de eerste stenen bouwfase. Zij geven aan dat de ontginning van de Markoever reeds in een vroeg stadium van de ontwikkeling begonnen was, zonder dat er sprake was van grote ontginningswerken.
De aanleg, gebruik en dichtstorting van een havenstoep
1e fase
In de tweede helft van de dertiende eeuw, na een periode waarin de oever niet bewoond werd kreeg het terrein een andere bestemming en veranderde van woonfunctie in havenfunktie. Tijdens de opgraving in 1988 werd een (haven)stoep aangetroffen. Een verdiept aangelegde bestrating met een flauwe helling naar het water toe en dubbele plaggenwanden aan de zijkanten lijken hierop te wijzen. Voor de aanleg van de havenstoep werd de oeverzone opgehoogd. Er werd als het ware een landhoofd, dat uitstak in de Mark, aangelegd. Bij de aanleg van de havenstoep is waarschijnlijk een (proef)stuk aangelegd, dat waarschijnlijk is verspoeld. In 1992 werd een tussenfase aangetroffen, juist aan de westelijke zijde van de Havenstoep.
2e fase
Kort voordat de havenstoep werd dichtgestort, werd exact op de oorspronkelijke zuidzijde van de havenstoep een forse muur aangetroffen. Mogelijke interpretaties is een bakstenen kademuur (hoe is niet echt duidelijk)
3e fase
De havenstoep werd in een bepaalde fase volledig dichtgestort met zand. De waterkant werd eerst gedicht met een dubbel plaggenmuurtje. Meer naar het noorden wordt de oeverlijn geconsolideerd door de aanleg van een (dubbele?) houten beschoeiing. Het functioneren en het dichtgooien van deze havenstoep kan worden gedateerd in de periode 1275-1325.
De oudste fase van Huis Brecht
Kort na het verdwijnen van de havenstoep wordt de eerste fase van Huis Brecht gebouwd. In deze fase bestaat Huis Brecht uit een groot rechthoekig gebouw dat grotendeels samenvalt met de huidige vleugel aan de Cingelstraat (zie verder het onderzoek van 1989). Tegen de noordgevel was een kleine zijvleugel gebouwd, waarschijnlijk in hout op een bakstenen fundering. Van deze zijvleugel werden diverse muurresten gevonden, met bijbehorende leemvloer. Ten noorden van het hoofdgebouw werd precies op de vulling van de havenstoep een groot rechthoekig gebouw aangetroffen. De functie van dit gebouw en de relatie met het hoofdgebouw is (nog) niet duidelijk. Tussen de verschillende gebouwen was een waterput aangelegd. De bovengenoemde bouwmassa's worden tot n bouwfase gerekend. Zij hoeven echter niet gelijktijdig gebouwd te zijn. Datering 1325/50 - 1350/1375
Bouw noordvleugel
In deze fase werd ter plaatse van het zogenaamde pakhuis een nieuwe vleugel gebouwd, die de noordelijke begrenzing van het complex vormt. Ter plaatse van de vleugel werd het westelijk deel van het terrein opgehoogd. De vleugel kende een eigen ontwikkeling, die slechts gedeeltelijk aan de rest van het complex gekoppeld kan worden.
Aanzicht tot rond 1990
In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw werd het losstaande gebouw op het achtererf gekoppeld aan de oostelijke dwarsvleugel waardoor het gebouw zijn typische u-vormige aanzien kreeg. Door de gebouwen aan de Kraanstraat kreeg deze u-vorm overigens een gesloten aanblik. Op het moment dat de bebouwing aan de Kraanstraat werd gesloopt, tegelijk met de noordelijke vleugel van huis Brecht, kreeg het gebouw zijn huidige vorm.