Na de sloop van de restanten van de Gasthuiskapel in 1957 werd door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in het volgende najaar een proefsleuf aangelegd om de aard en de vorm van de kapel te onderzoeken. Deze sleuf lag in de lengterichting over de gehele kapel. Daarbij werd de fasering van de bouw, van het Romaanse zaalkerkje tot de laat-Gotische kapel, al waargenomen. Tevens werden er veel skeletresten aangetroffen.
Opmerkelijk was de vondst van greppels onder de oudste fase van de kapel door. Op dit moment worden deze greppels geïnterpreteerd als perceelgreppels behorende bij een vroeg dertiende-eeuws woonterrein, voorafgaand aan het Gasthuiscomplex. De kapel en het grafveld zijn in 1985 in hun totaliteit opgegraven.
Opgraving Gasthuiskapel 1958
Detail uit de opgravingstekening, zoals deze in 1958 is gemaakt van de profielwand in de opgravingssleuf. Vervaardigd door de Bredase amateur-archeoloog Leo Moelands.
Wat stond er in de krant?
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van