Vrije tijd
Bert Moelands werd geboren als Lambert Moelands in Breda op 12 januari 1918 en in 1946 begon hij te werken voor de Raad van de Arbeid in Breda, eerst op de afdeling Ongevallenwet, later op het Bureau Belgische Zaken.
In het begin van de jaren vijftig werd hij lid van Brabants Heem en de Heemkundige Kring Breda. In de jaren daarop raakte hij steeds meer betrokken bij de archeologie. In zijn vrije tijd bezocht hij potentiële vindplaatsen om er te verkennen, te boren of op te graven, vaak met goed gevolg. Zijn belangstelling voor de archeologie werd gewekt door een publicatie van stadsarchivaris Frans Brekelmans over de Steenakkers, waar een kerkhof gelegen zou hebben. Hier vond hij materiaal uit de IJzertijd, Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Deze vondsten waren aanleiding voor het Rijksinstituut van Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) om in 1958 en 1959 noodopgravingen uit te voeren.
Bredase stadsarcheologie
In 1958 werd door de R.O.B. en een aantal amateurarcheologen, waaronder Moelands, de Gasthuiskapel aan de Beijerd in Breda onderzocht. De vindplaats werd nog vier maal onderzocht en onderzoek hiernaar werd pas in 2006 definitief afgerond. De R.O.B. stelde Moelands’ betrokkenheid zó op prijs, dat men hem in 1958 aanstelde tot ‘correspondent Nieuw-Ginneken’ (later van geheel West-Brabant). Deze taak zou hij zo’n veertig jaar op zich nemen. In de jaren zestig dreigden veel potentiële vondstlocaties door de in deze tijd veelvuldig voorkomende ontgrondingen in het buitengebied zonder enige documentatie te verdwijnen. Moelands onderzocht veel vindplaatsen op de Rith in Breda en de Hoge Moer in Zundert waar respectievelijk voornamelijk vondsten uit respectievelijk het Jong-Paleolithicum en Mesolithicum tevoorschijn kwamen.
In 1976 deed hij, samen met een aantal amateurarcheologen, archeologisch onderzoek aan de Gasthuispoort in Breda. De vondst van de dertiende-eeuwse Gasthuispoort met nog oudere fundamenten zijn aangemerkt als een ‘omslag in de Bredase stadsarcheologie’, omdat men vóór deze opgraving ervan overtuigd was dat de archeologie van de stad niet zo bijzonder was. Moelands is terecht de voorloper van de professionele stadsarcheologie van Breda te noemen. Hieropvolgend in 1986 heeft Moelands als leidinggevende over een aantal vrijwilligers van de Archeologische Vereniging Breda (A..V.B.), waarvan hij overigens ook bestuurslid en voorzitter is geweest, een gedeelte van de oude waltoren van Breda in het stadspark Valkenberg blootgelegd.
Cultuurprijs van de gemeente Breda
Met de komst van de eerste professionele stadsarcheoloog van Breda, Renée Magendans in 1981 kreeg de stadsarcheologie een professioneel karakter. In 1984 was Moelands nog intensief betrokken bij de opgraving in de Tolbrugstraat te Breda waar de bebouwingsontwikkeling vanaf de ontginning in de twaalfde eeuw tot de vijftiende eeuw werd aangetroffen.
In 1986 ontving Moelands van de gemeente Breda de cultuurprijs. Daarna kreeg hij gezondheidsproblemen die zijn werkzaamheden belemmerden. Laat in zijn leven stelde hij zijn collectie beschikbaar aan de Bredase archeologische dienst. Op 9 januari 2011, op 92-jarige leeftijd, overleed Lambert Moelands in Breda. Zijn omvangrijke collectie wordt op het ogenblik geïnventariseerd op het Archeologisch Centrum in Breda. Dit zal op termijn tot een publicatie van z'n vondsten leiden.
Literatuur
T. Buckens en L. Moelands, ‘Opgravingen aan de Markt’, in d'Hûskes, jaargang 1984, nummer 5.
R.A. Houkes, Van Houtsche Akker tot de Hoge Moer, Een inventarisatie van de collectie Jac. Verhagen (Breda, 2012).
Jacobs e.a., ‘Tot behoef van de siecken ende armen’, Archeologisch onderzoek naar het Bredase Gasthuis, 1958-2006 (Breda, 2013).
C.W. Koot en R. Berkvens (red.), Bredase akkers eeuwenoud, 4000 jaar bewoningsgeschiedenis op de rand van zand en klei (Almere, 2004).
L. Moelands, ‘De opgraving van de Gasthuispoort te Breda’, in Jaarboek de Oranjeboom XXX (1977).
A.Rattink, ‘Praten met Bert Moelands’, in Engelbrecht van Nassau, jaargang 2009, pag. 68-73.
F. Snijders en K. Bleyerveld, Bivak aan de Beerze: laat-paleolithische en mesolithische vindplaatsen te Westelbeers, Westelbeers-Zuidwest (Veldhoven, 2000).
W.J.H. Verwers, ‘Archeologische kroniek van Noord-Brabant 1992’, in Brabants Heem, jaargang 1994, pag. 21-50.