De meeste mensen zullen de Molenstraat kennen als de smalle straat die de toegang vormt tot de Bibliotheek en de Nieuwe Veste.
Tweede generatie
Men onderscheidt het ontstaan en de aanleg van de straten in de binnenstad algemeen in drie generaties. De eerste wordt gevormd door de wegen van de prestedelijke nederzetting (ontstaan in de twaalfde eeuw). Dit zijn van zuid naar noord de Ginnekenstraat, Eindstraat, Karrestraat Torenstraat en Vismarktstraat en waarschijnlijk ook de Schoolstraat en de Cingelstraat en van west naar oost de Ridderstraat, de Sint Janstraat en de Veemarktstraat (het gedeelte van de Molenstraat tot aan de Gasthuispoort). De tweede generatie, aangelegd tussen ongeveer 1275 en 1325, wordt gevormd door de Grote Markt, de Brugstraten, de Katerstraat (Catharinastraat), de Veemarktstraat (alleen het gedeelte tussen de Grote Markt en de Molenstraat), de Molenstraat, de Steenbrugstraat of Nieuwstraat (tussen de Karrestraat en de Waterstraat), de Waterstraat en de Visserstraat. De volgorde van aanleg van deze straten staat niet vast. Na deze generatie volgen als derde generatie de zogenaamde ‘nieuwstraten’, waarvan het jaar van aanleg nauwkeurig bekend is, vanaf 1490.
De molenberg
In de jaren 1982-1991 is aan de Molenstraat grootschalig archeologisch onderzoek verricht. In 1983 werden de resten gevonden van een kunstmatig aangelegde molenberg, waarschijnlijk opgeworpen rond 1250. Deze molenberg lang op de hoek van de Molenstraat en de Oude Vest, gedeeltelijk onder de huidige straat. De heren van Breda hadden het molenrecht en dat maakt deze locatie bijzonder. We mogen veronderstellen dat rond 1250 ook de Molenstraat is aangelegd als toegangsweg tot deze windmolen. De molenberg moet bestaan hebben tot het tweede kwart van de veertiende eeuw, toen hij werd afgegraven voor de bouw van de stadsmuur. Daarmee verdween dus ook de molen. De stadsmuur werd met tussenposen gebouwd van 1330 tot ongeveer 1400.