In de zomer van 1985 had de Archeologische Vereniging Breda de mogelijkheid om op het braakliggende terrein aan de Molenstraat een proefsleuf aan te leggen om, in vervolg op eerder onderzoek, het archeologisch potentieel van het terrein na te gaan. Naast de vondst van enkele vijftiende-eeuwse afvalkuilen en tonputten bleken de oudste ophogingslagen aanzienlijk af te wijken van die van andere opgravingen. In 1991, bij het definitieve onderzoek bleek dat de proefsleuf was aangelegd midden in een (kunstmatige) laagte die in de veertiende eeuw reeds weer was opgevuld. Misschien betrof het hier een grote zandwinningsput ten behoeve van de aanleg van de vlakbij gelegen middeleeuwse molenberg. De contouren van deze kunstmatige heuvel werden in 1983 al blootgelegd.
Opgraving Molenstraat 1985
Op de laatste dag van het onderzoek werd in de putrand muurwerk ontdekt dat behoorde bij een grote beerkelder. Deze was volledig gevuld met archeologische vondsten uit de periode 1650-1850. De beerput moet zich op het achtererf van Molenstraat 16 hebben bevonden.
De vondsten
In deze volledig gevulde beerput bevonden zich onder andere bijzondere glasvondsten, halffabricaten van dierlijk bot, talloze rookpijpen en veel resten van lederen schoenen. Daarnaast bevonden zich in de beerkelder de resten van minimaal 600 aardewerk voorwerpen waarvan veel materiaal gerestaureerd kon worden. De AVB heeft er enkele jaren voor nodig gehad om het materiaal te inventariseren. Publicatie volgde in het jaarboek van 1992. Opmerkelijk is de aanwezigheid van kostbaar glaswerk. Archiefonderzoek heeft geen bijzondere welstand van de bewoners van het betreffende perceel aangetoond.