Sint Janstraat (Centrum)

Gebieden
1100 tot heden
Str240 sint janstraat 19860006 Str240 sint janstraat 19860006

Druk verkeer in de Sint Janstraat van voetgangers en de paardentram rond 1920. (Beeldcollectie Stadsarchief Breda)

De Sint Janstraat is nu een rustige straat in de binnenstad van Breda. Het is geen echte winkelstraat, maar we vinden er enkele leuke winkeltjes die een bezoek meer dan waard zijn. Waarschijnlijk heeft deze straat in het begin van zijn leven een belangrijke, doorgaande functie gehad.

Oudste generatie

De Ginnekenstraat, Eindstraat, Karrestraat Torenstraat en Vismarktstraat moeten dateren uit de twaalfde eeuw. Men veronderstelt algemeen dat deze straten onderdeel uitmaakten van de prestedelijke nederzetting als ontsluitingsroute vanuit het zuiden. De Ridderstraat, de Sint Janstraat en de Veemarktstraat (het gedeelte van de Molenstraat tot aan de Gasthuispoort) moeten ook uit de twaalfde eeuw dateren. Deze straten vormde de ontsluitingsroute vanuit het oosten. Zij vormen dus de oudste generatie straten in het centrum. De Karrestraat en de Sint Janstraat zijn typisch voorbeelden van straten die in een latere periode gedegradeerd zijn. Na de aanleg van de markten vormden zij de achterzijde van de Veemarkt en Grote Markt.

Veterstraat

De oorspronkelijke naam van deze straat is de Veterstraat, een naam die al voorkomt in 1364 en 1389. De Veterstraat was in 1415 weer identiek met de Zandstraat (Santstrate), een naam die ook gold voor de Ridderstraat. Deze naam slaat waarschijnlijk niet op een onverharde straat, maar op een straat die langs een gebied het Zand, het hoogste punt van de binnenstad, loopt. Dit klopt in ieder geval wel met de hooggelegen ligging van de Grote Markt. Hupperetz veronderstelt dat de Zandstraat een niet meer bestaande straat was die evenwijdig aan de Ridderstraat – Sint Janstraat van de Eindstraat naar de Molenstraat liep.

Veter is het Middelnederlandse woord voor ketting, keten, boei, riem of band. De Veterstraat zou dan een straat kunnen zijn die door een ketting was afgesloten. De Veterstraat zou ook de straat kunnen zijn waar de huidenvetters of leerlooiers woonden. Inderdaad is even verderop aan de Veemarktstraat in 1985 een aantal gemetselde putten of kuipen aangetroffen. Deze constructies konden in combinatie met de tientallen gevonden hoornpitten geïnterpreteerd worden als zestiende of zeventiende-eeuwse looierskuipen. Deze buurt lag vlak naast de stadsgracht en was daarom uiterst geschikt voor dergelijke vervuilende bedrijven.

Br 10 84 4

In 1984 werden in het verlengde van de St. Janstraat, achter Veemarktstraat 62-64 16e eeuwse looierskuipen opgegraven

Sint Janstraat

In 1621 komt voor het eerst de naam Veter- of Sint Janstraat voor. Op de stadsplattegrond van Portius uit 1625 heet hij de Sint Janstraat zonder meer, een naam die blijkbaar toen in de volksmond de meest gebruikelijke was. Deze naam is afgeleid van de Sint Janskapel die stond op de hoek van de Sint Janstraat en de Halstraat. Wanneer de kapel gebouwd is, is niet bekend. Hij is in ieder geval vernieuwd in 1424. Bij de kapel hoorde een hofstad, een gebouwencomplex, van de Ridders van Sint Jan. De stadsbrand van 1534 ontstond in deze kapel. Sinds 1594 werd de kapel gebruikt als hoofdwacht. In 1766 werd het gebouw afgebroken en werd de huidige Hoofdwacht gebouwd. In 2016 werd bij een grootschalige verbouwing van het pand ontdekt dat er in de oost- en zuidmuur nog muurfragmenten van de kapel aanwezig waren.

De oude naam Veterstraat werd in vestbrieven nog lang meegesleept, tot 1810 toe. In 1812 werd een straatnaambordje Sint Janstraat aangebracht en sindsdien heeft deze naam het alleenrecht. Let op de spelling met één ‘s’.

Ridders van Sint Jan

De orde vond zijn oorsprong in een hospitaal in Jeruzalem dat gewijd was aan Johannes de Doper. Het hospitaal was gebouwd in 1023 voor de vele pelgrims die naar Jeruzalem trokken. Het werd in eerste instantie geleid door benedictijnen. In 1113 maakten de hospitaalbroeders zich los van de benedictijnen en verenigden zich in een eigen orde. De doelstellingen van de nieuwe orde waren het beschermen en verplegen van pelgrims. Door de oprukkende Turken en de val van de door de Kruisvaarders gestichte landen zag de orde zich enkele keren genoodzaakt te verhuizen, achtereenvolgens naar Akko in 1191, naar Cyprus in 1291 en ten slotte in 1309 naar Rhodos. Uiteindelijk ging in 1522 ook Rhodos verloren. In 1530 droeg keizer Karel V het eiland Malta over aan de ridderorde. Hiervan stamt de naam Maltezer Ridders.

Literatuur

Wim Hupperetz, Het geheugen van een straat, Achthonderd jaar wonen in de Visserstraat te Breda (Utrecht, 2004).
H.Ch.G. baron van Lawick, ‘Enige verzamelde gegevens omtrent de Commanderij ter Braeke van de Orde der Ridders van Sint Jan in N. Brabant’, in Jaarboek de Oranjeboom II (1949).
Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven