De Ridderstraat is een belangrijke winkelstraat in het hart van Breda. De Ginnekenstraat, Eindstraat, Karrestraat Torenstraat en Vismarktstraat moeten dateren uit de twaalfde eeuw. Men veronderstelt algemeen dat deze straten onderdeel uitmaakten van de prestedelijke nederzetting als ontsluitingsroute vanuit het zuiden. Hiervan takte een tweede weg af, veronderstelt men, de route Ridderstraat – Sint Janstraat – Veemarktstraat. Deze straten vormen dus de oudste generatie straten in het centrum.
Zandstraat
Een oudere naam voor de Ridderstraat en de Sint Janstraat samen is de Zandstraat, voor het eerst vermeld als Zandstraete in 1364 en 1389. Deze naam slaat waarschijnlijk niet op een onverharde straat, maar op een straat die langs een gebied het Zand loopt. Dit klopt in ieder geval wel met de hooggelegen ligging van de Grote Markt. Hupperetz veronderstelt dat de Zandstraat een niet meer bestaande straat was die evenwijdig aan de Ridderstraat – Sint Janstraat van de Eindstraat naar de Molenstraat liep, een mening die niet door iedereen gedeeld wordt.
Ridderstraat
De naam Ridderstrate wordt pas voor het eerste vermeld in een oorkonde uit 1446. De straat ontleent zijn naam aan de ridders van Sint Jan. De nu verdwenen Sint Janskapel stond op de hoek van de Sint Janstraat en de later aangelegde Halstraat. Wanneer de kapel gebouwd was, is niet bekend. Hij is in ieder geval vernieuwd in 1424. Bij de kapel hoorde een hofstad, een gebouwencomplex, van de ridders van Sint Jan. Ook de Sint Janstraat is naar hen genoemd.
Ridders van Sint Jan
De orde vond zijn oorsprong in een hospitaal in Jeruzalem dat gewijd was aan Johannes de Doper. Het hospitaal werd gebouwd in 1023 voor de vele pelgrims die naar Jeruzalem trokken. Het werd in eerste instantie geleid door Benedictijnen. In 1113 maakten de hospitaalbroeders zich los van de Benedictijnen en verenigden zich in een eigen orde. De doelstellingen van de nieuwe orde waren het beschermen en verplegen van pelgrims.
Door de oprukkende Turken en de val van de door de Kruisvaarders gestichte landen zag de orde zich enkele keren genoodzaakt te verhuizen, achtereenvolgens naar Akko in 1191, naar Cyprus in 1291 en ten slotte in 1309 naar Rhodos. Uiteindelijk ging in 1522 ook Rhodos verloren. In 1530 droeg keizer Karel V het eiland Malta over aan de ridderorde. Hiervan stamt de naam Maltezer Ridders.