Opgraving Nieuwstraat 20-34 1995

Archeologie
1200 tot 1994
Br 50 95 10 Br 50 95 10

Overzicht over het gehele opgravingsterrein, ten zuiden van de voormalige Mosselkreek. Op de achtergrond de Nieuwstraat

Br 50 95 mu 5266 0850a Br 50 95 mu 5266 0850a
Br 50 95 mu 5266 0850 Br 50 95 mu 5266 0850
Br 50 95 mu 0851a Br 50 95 mu 0851a
Br 50 95 mu 0851 Br 50 95 mu 0851
Br 50 95 aw 1024 1603c Br 50 95 aw 1024 1603c
Br 50 95 gl 5278 1396 Br 50 95 gl 5278 1396
Br 50 95 gl 5278 1395 Br 50 95 gl 5278 1395
Br 50 95 gl 5369 1212 Br 50 95 gl 5369 1212
Br 50 95 aw 2230 1598 Br 50 95 aw 2230 1598
Br 50 95 aw 2230 1577 Br 50 95 aw 2230 1577
Br 50 95 aw 2230 2227 1601 Br 50 95 aw 2230 2227 1601
Br 50 95 aw 2227 1908 Br 50 95 aw 2227 1908
Br 50 95 aw 2227 2017 1602 Br 50 95 aw 2227 2017 1602
Br 50 95 aw 2218 1610 Br 50 95 aw 2218 1610
Br 50 95 aw 2218 1456 Br 50 95 aw 2218 1456
Br 50 95 aw 2017 1605 Br 50 95 aw 2017 1605
Br 50 95 aw 2017 1604 Br 50 95 aw 2017 1604
Br 50 95 aw 2017 1599a Br 50 95 aw 2017 1599a
Br 50 95 aw 2017 1596a Br 50 95 aw 2017 1596a
Br 50 95 aw 2016 1600a Br 50 95 aw 2016 1600a
Br 50 95 aw 2229 1595 Br 50 95 aw 2229 1595
Br 50 95 aw 1024 1607a Br 50 95 aw 1024 1607a
Br 50 95 mt 6001 3590 Br 50 95 mt 6001 3590
Br 50 95 mt 5267 5483 Br 50 95 mt 5267 5483
Br 50 95 mt 5231 3238 Br 50 95 mt 5231 3238
Br 50 95 mt 5087 4055 Br 50 95 mt 5087 4055
Br 50 95 bz 6002 0128a Br 50 95 bz 6002 0128a
Br 50 95 bz 5231 1622 Br 50 95 bz 5231 1622
Br 50 95 bz 1053 0085c Br 50 95 bz 1053 0085c
Br 50 95 aw 6011 3739 Br 50 95 aw 6011 3739
Br 50 95 aw 4000 1612 Br 50 95 aw 4000 1612
/
Voorafgaand en tijden de bouw van winkelcentrum de Barones heeft er archeologisch onderzoek
Br 50 95 topo
Br 50 95 1824
Het archeologisch onderzoek, geprojecteerd op de huidige topografie en op het Kadastraal Minuutplan van 1824. In grijs de omliggende opgravingen.

Topografie

De Nieuwstraat in zijn huidige verschijningsvorm is een relatief jonge straat die pas na 1490 ontstaan is door een tweetal doorbraken. Eén door de bebouwing aan het eind van de doodlopende Steenbrugstraat (in de bocht van de Nieuwstraat ter hoogte van hotel Nassau) De doorbraak aan de andere kant was door de bebouwing aan de Brugstraat (nu (Tolbrugstraat en Lange Brugstraat). Halverwege was er dan een brug over de reeds bestaande Vaert, de latere Mosselkreek.
Door dit onderzoek hoopt men de aard en omvang van de Mosselkreek en van het omliggende laag gelegen en moerassig terrein vast te stellen. Deze laagte is van grote invloed geweest op de topografie en infrastructuur van de middeleeuwse stad.

Tussen de (huidige) Nieuwstraat en Mosselkreek

Het natuurlijk landschap bestond uit een laaggelegen, nat gebied langs de oever van de Mark. Het terrein was geaccidenteerd. Aan de huidige Nieuwstraatzijde, tot aan de bocht, ligt het terrein hoog, het terrein daalt naar het noorden, richting Mosselkreek. In de lage zone bestond de top van de natuurlijke bodem uit moerige grond, waarschijnlijk een plaatselijke depressie die onder invloed stond van (regen)water (een ven o.i.d.). Opvallend is dat in de prehistorie dit terrein droger is geweest. Een concentratie ijzertijd aardewerk duidt erop dat er in die periode al bewoning was.

Br 50 95 3a
Br 50 95 2a
Links het opgravingsterrein tussen de Mosselkreek (kademuren aan rechterzijde foto) en de Nieuwstraat. Rechts de 12e en 13e eeuwse ontwateringsgreppels.

Ontginningsperiode

Vanaf de 12de/13de eeuw is men begonnen het gebied te ontwateren door het graven van greppels en sloten. Ook heeft men, blijkens de aangetroffen spitsporen, de heide grotendeels afgestoken / ontgonnen. De laagste delen worden opgehoogd met zand en stadsafval.

Eerste bewoningssporen

De vroegste middeleeuwse bewoningssporen zijn aangetroffen in de vorm van een of twee houten gebouwen op perceel nr. 22 (Nonnenschool) en een houten gebouw op perceel nr. 20. (Dameshuis). Na een ophoging van het terrein met zand en stadsafval vond de eerste bakstenen bebouwing plaats. Op perceel 22 werden de funderingsresten van twee huizen aangetroffen. Het eerste huis is circa 8 m breed en 12 m lang. Het tweede huis is ongeveer 4,60 m breed en 5,5 m lang. In de loop van de 15e eeuw werd het gehele terrein verder/langzamerhand met zand, stadsvuil opgehoogd. Op het noordelijk achterdeel van perceel 20 werd een groot gebouw (waarschijnlijk een bedrijfsgebouw) van 15 x 10 m aangetroffen. Dit gebouw kende drie opeenvolgende bouwfasen, waarvan de laatste fase volledig afbrandde. Op het achtererf van perceel 22 zijn de laat-15e eeuwse restanten teruggevonden van een bedrijfsgebouw: een oven met bijbehorende vloerniveaus. Dit bedrijfsgebouw is afgebroken ten behoeve van de bouw van de Latijnse School. Op het perceel van nr. 34 (in de bocht van de Nieuwstraat)wordt een lang, rechthoekig bakstenen gebouw van een getraceerde lengte van 17 m lang en 6 m breed. Dit gebouw wordt in de 15de eeuw gedeeltelijk onteigend en afgebroken (doorbraak naar de "nieuwe" Nieuwstraat)

Br 50 95 13
Br 50 95 12
Links het vlak waarop de 15e eeuwse bebouwing zichtbaar wordt Op de achtergrond worden de resten van de Latijnse School blootgelegd. Rechts een 15e eeuws vloerfragment.


Latijnse School

Uit historische bronnen is bekend dat op het perceel 22 aan het begin van de 16de eeuw de Latijnse School gebouwd is. Op de opgraving is een groot deel van het plattegrond, in de vorm van (funderings)muren van dit schoolgebouw vrijgelegd. Het gebouw kent een L-vormig plattegrond van 50 m diep bij 7 meter breed. De achterbouw heeft een breedte van ca. 17 meter. Dit gebouw is tot aan het einde van de 19de eeuw intact gebleven, waarna het grotendeels afgebroken en overbouwd werd. Een beerput, die zich op de oude binnenplaats bevond , lever een grote hoeveelheid laat 17e eeuwse vondsten op. Uit deze periode dateert ook het graven van de zuidelijke tak van de Mosselkreek. Tijdens het onderzoek is niet bewezen dat er voordien sprake was van een natuurlijk watervoerend kreeksysteem dat gekanaliseerd werd. Er lijkt eerder sprake te zijn van een natuurlijke natte depressie in de noordzone van het terrein.

Br 50 95 5a
Br 50 95 8
Links worden de contouren van de Latijnse School zichtbaar. Rechts ligt een groot deel van het complex bloot en wordt het door de archeoloog ingetekend.

Noordzijde Mosselkreek

Twee van de aangelegde werkputten grensden aan de noordoever van de Mosselkreek en lagen op de achtererven van de Lange Brugstraat. Zij gaven de mogelijkheid om de aard en de opbouw van de Mosselkreek te onderzoeken. Onderin beide werkputten bevond zich in een natuurlijke depressie waarbij veenresten met boomstronken werden aangetroffen. Er zijn aanwijzingen dat deze depressie zich naar het noordwesten, tot onder de Lange Brugstraat uitstrekte. In de loop van de 13e eeuw werd dit gedeelte van het terrein ontgonnen met behulp van smalle ontwateringsgreppels. Een eerste brede gegraven sloot werd in de westelijk gelegen werkput aangetroffen en gedateerd in de 14de eeuw. In de oostelijker gelegen werkput werd eveneens een sloot gevonden daterend uit de 16de eeuw. In beide werkputten is er sprake van een houten beschoeiing die vervangen werd door een houten kademuur en later een stenen kademuur. In werkput 6 kon worden vastgesteld dat de stenen bebouwing op het achtererf van Lange Brugstraat 35 doorliep tot aan de kademuur.

Br 50 95 11
Br 50 95 12
Op de (voormalige) achtererven van de Lange Brugstraat: links, centraal op de foto de werkput waarin de Raamdijk werd aangetroffen. De muur links in de put is de kademuur van de Mosselkreek. Rechts delen van de houten beschoeiing en een jongere kademuur.

Raamdijk

Opmerkelijk was de vondst van een structuur die het meest doet denken aan een dijkje; een zandlichaam van 3,5 meter breed, afgedekt met plaggen. Deze structuur is slechts in één werkput ten noorden van de Mosselkreek aangetroffen. Dit dijkje liep parallel met de Mosselkreek en is langzamerhand onder alle ophogingslagen verdwenen. Het gebied grenzend aan de Mosselkreek, tussen lange Brugstraat 11 en 25 werd in de eerste helft van de 16e eeuw omschreven als "de Raemdijck", in gebruik als Stadserf. De naam suggereert echter dat de het terrein werd gebruikt om het laken (wollen stof) op te spannen op zogenaamde "ramen".

De vondsten

Het archeologische onderzoek heeft zich over bijzonder groot terrein uitgestrekt, over vele huizen en achtererven. Er zijn dan ook bijzonder veel archeologische vondsten gedaan. Globaal te scheiden in twee zones, die van de bewoning aan de Nieuwstraat en de bewoners aan de Lange Brugstraat. Eén van de belangrijkste vondsten was de beerput, behorende bij de Latijnsche School met een grote hoeveelheid vondsten uit de periode 1675-1725. Meer naar het oosten wijzen diverse sintelkuilen op de activiteiten van een smid.
Op de achtererven van de Lange Brugstraat zijn talloze afvalkuilen gevonden met een vroege datering. Globaal zo tussen 1250 en 1500. Met aanzienlijk smallere percelen en dus meer woonhuizen aan de Lange Brugstraat ook niet verwonderlijk. Opmerkelijk was de vondst van een grote hoeveelheid 16e eeuws gebrandschilderd glas in een waterput. (zie foto)
Aan de Nieuwstraat bevatten de ontginningsgreppels vondsten uit de periode 1175-1250. De daadwerkelijke inrichting van deze terreinen lijkt pas vanaf de late 14e eeuw plaats te vinden. Vanaf dat moment verschijnt er (stenen) bebouwing en wordt er afval gedumpt in kuilen in de directe omgeving.

Br 50 95 gl 5278 1395
16e eeuws gebrandschilderd glas, afkomstig uit een waterput (!) op eén van de achtererven van de Lange Brugstraat

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven