In het kader van het Nieuwstraat onderzoek, dat voorafging aan de bouw van het winkelcentrum de Barones, kon op een drietal percelen aan de noordzijde van de toegang tot het binnenterrein en aan de Nieuwstraat, archeologisch onderzoek plaatsvinden. Historisch gezien zijn het achtererven van de Lange Brugstraat, die tot de Mosselkreek doorliepen. Het gebied is van oorsprong zeer laag gelegen en lijkt als het ware op een uitstulping van het oude Markdal, richting de hoog gelegen Karrestraat. De Mosselkreek was een bevaarbaar kanaaltje dat in de Mark uitkwam. Rond 1864 is het overkluisd en diende het als riool.
Opgraving Nieuwstraat 48 1994
Oudste afwatering
In de werkput werden de restanten van een NW-ZO lopend kreekje aangetroffen met haaks op de noordzijde twee afwatering/perceelgreppels. Datering van deze sporen was door het ontbreken van vondstmateriaal niet mogelijk. Een brede greppel, op de grens tussen Lange Brugstraat 45 en 47, mag worden gezien als de eerste aanzet tot de Mosselkreek.
Opeenvolgende bouwfasen
Op het oostelijke perceel zijn langgerekte, onregelmatige sporen zichtbaar, die als moestuinbedjes (!) worden geinterpreteerd. In de tweede helft van de 14e eeuw werden er kuilen gegraven en volgestort met verbrand materiaal, de eerste sporen van bedrijfsactiviteiten. Vervolgens werd er weer fors opgehoogd en werd er een groot aantal afvalkuilen gegraven, vermoedelijk behorend bij de bebouwing aan de Lange Brugstraat. Aan de zuidwestzijde van de put werden funderingen aangetroffen die al opvallend dicht bij de Vaert of Mosselkreek oever liggen. Aan de oostzijde van de werkput werden funderingen aangetroffen die nog misschien uit de late 14e eeuw stammen. Deze gebouwen werden gesloopt, het terrein werd opnieuw opgehoogd en er werd weer een aantal afvalkuilen gegraven.
Brouwerijen
In de 15e eeuw verscheen aan de westzijde van de put, aan de Nieuwstraatzijde, een stenen gebouw met oven en een lemen bassin, vermoedelijk te traceren als herberg en brouwerij de Moriaan. Dit complex brandde in 1490 af. Er verscheen nieuwbouw, waaronder bakstenen vloeren en ovens. Uitbreidingen volgden in het oostelijke gedeelte van de werkput met opnieuw de resten van een oven. Vanaf de 16e eeuw breidde de bebouwing zich over de gehele werkput uit tot aan de kademuur van de Mosselkreek.
Mosselkreek
De, vermoedelijk 17e eeuwse, stenen kademuur zelf viel net buiten de werkput. Verondersteld mag worden dat de Vaert of Mosselkreek ontstaan is uit de kanalisering van een natuurlijk waterloopje en een verdere aaneenschakeling van bestaande (gegraven) perceelsloten. Dit zou omstreeks 1500 gebeurd zijn op initiatief van het stadsbestuur.