De oude hof van Ulvenhout

Archeologie
1200 tot 1300
259 259

de Oude Hof van Ulvenhout

923 923

Huidige terrein met in contour de grachten en de eilanden zichtbaar

924 924

de opgravingsputten op de huidide topografische kaart

925 925

De opgravingsputten op het kadastraal minuutplan van 1824

926 926

een laat 13e eeuwse kan van het zgn. hoogversierd aardewerk

927 927

Een dwarsdoornede door de gracht

923 923

Huidige terrein met in contour de grachten en de eilanden zichtbaar

924 924

de opgravingsputten op de huidide topografische kaart

925 925

De opgravingsputten op het kadastraal minuutplan van 1824

926 926

een laat 13e eeuwse kan van het zgn. hoogversierd aardewerk

927 927

Een dwarsdoornede door de gracht

/

In het kader van de landschapsreconstructie van het Markdal werd in 2003 een onderzoek uitgevoerd ter plaatse van Oude Hof. Dit oude omgrachtte hof ligt nabij de Mark, ten noordwesten van Ulvenhout, en was in de Middeleeuwen tegenwoordig weer herkenbaar als twee bulten in het landschap, die oorspronkelijk werden omgeven door een 8-vormige gracht. Dit eeuwenoude hoevecomplex vormde de kern van waaruit het latere dorp Ulvenhout is ontstaan.Jacob Lips bracht deze situatie in kaart in 1621.
Reeds in 1971 en 1995 heeft er op het terrein een booronderzoek plaatsgevonden dat in 2001 werd gevolgd door een geofysisch onderzoek m.b.v. elektrische weerstandsmeting. In 1971 zijn er 55 boringen gezet om inzicht in het grachtenstelsel te krijgen waarbij de theorie is geopperd dat er voor de aanleg van de gracht gebruik is gemaakt van een oude verlandde Markarm. In 1995 werden opnieuw een aantal boringen gezet die het oudere booronderzoek grotendeels bevestigde.
Opmerkelijk is dat er reeds in de 18e eeuw en in 1915 sprake is van de vondst van fundamenten in de directe nabijheid. De kans wordt groot geacht dat stenen bouwresten al vroegtijdig verdwenen zijn.

-Ontstaan en verval
Omstreeks het jaar 1000 kwam dit gebied in handen van de abdij van Thorn (L). Dit vrouwenklooster was in 992 gesticht en kreeg van grootgrondbezitters allerlei gebieden om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Zo zullen ook de gronden aan de Mark aan Thorn zijn gekomen. De abdis zal hier ongetwijfeld een pachthoeve hebben laten bouwen. Aan dezelfde rivier (Mark) ontstond in de loop van de 12e eeuw Breda. In de loop van de 13e eeuw wist de Heer van Breda zich eerst op te werpen als beschermer van de Thornse goederen, maar in 1277 gelukte het hem de eigendom van de pachthoeve en de landen eromheen te verwerven. De hoeve werd het centrum van het Bredase bezit van Ulvenhout. Omstreeks 1400 liet de Heer van Breda een nieuwe boerderij bouwen, mogelijk ter plaatse van de nog steeds bestaande Prinsenhoeve. De oude pachthoeve raakte in onbruik en verviel. Al in 1621 werd deze plek aangeduid als "D'Oude Hoff" van Ulvenhout. Bij de Prinsenhoeve ontstond het gehucht Ulvenhout dat lange tijd uit slechts acht boerderijen bestond en pas vanaf de 2e helft van de 18e eeuw uitgroeide tot een echt dorp.

-Het archeologisch onderzoek
Bij de herinrichting van het gebied wilden we wel eens weten hoe die hoeve er nu werkelijk uit heeft gezien en hoe oud dat hof wel niet is geweest. Uit het onderzoek werd duidelijk dat bij de kanalisatie van de Mark in de zeventiger jaren van de 20e eeuw het terrein gemiddeld een meter diep was verstoord. Daardoor zijn geen resten van middeleeuwse gebouwen meer aangetroffen. De soms 20 m brede grachten daarentegen waren nog uitzonderlijk goed geconserveerd. Er zijn resten van houten beschoeiingen gevonden en van houten brugpalen in de gracht tussen de twee eilanden. In totaal omsloten de grachten een gebied van 200 x 100 meter. Uit het onderzoek bleek dat de beide eilanden slechts weinig waren opgehoogd. Een versterking op een kunstmatig opgeworpen hoge heuvel zal hier niet gestaan hebben. Het archeologisch materiaal is niet ouder dan de 13e/14e eeuw en kan dus samenhangen met de overgang van Thorn naar Breda. Daarmee is dit monument aan de Mark een symbool van de expansiedrift van de Heer van Breda.

Opmerkelijk was de vondst van een laat 13e eeuwse afvalkuil bij de aanleg van het laarzenpad en de naastliggende verlaging van het maaiveld aan de overzijde van de Mark. In de venige westoever werd door een amateur archeoloog een kuil met vermoedelijk houten beschoeiing aangetroffen. Aan het oppervlakte werd een groot aantal aardewerkscherven aangetroffen waaronder schenkkan van zgn. hoogversierd aardewerk. Opmerkelijk dat we dit kostbare schenkgerei opvallend vaak bij grote boerderijcomplexen uit de 13e/14e eeuw aantreffen. In het centrum van Breda werden grote hoeveelheden misbaksels gevonden in dumpkuilen op de oever van de Mark.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven