Begin 19e eeuw was Ulvenhout een enkele vrij dicht bebouwde straat. Bij Ulvenhout horen de Ulvenhoutse Beemd, Ulvenhoutse Bos; d'Akker en de Grootakker tUlvenhout. Daarnaast was er nog het Ulvenschot was een plek waar men beesten kon weiden in of bij het Ulvenhoutse Bos.
Ulvenhout (gehucht)
Naamgeving
De naam Ulvenhout is een samenstelling van 'ulven' en 'hout'. Dit laatste element komt zeer veel voor in plaatsnamen in de Kempen. Het duidt op hoogstammig bos. Mogelijk moeten we in het eerste lid van de naam Ulvenhout een boomnaam zien: wulft. 'Wulft' kende men in de 19e eeuw nog als "een soort van laag willegen hout, aan het water of op waterachtige plaatsen wassend, hetwelk bezembinders gebruiken'.
Wulft stond ook wel bekend als een verzamelnaam voor een aantal wilgensoorten: alle vrij lage struiken, groeiend langs waterkanten, op moerassige plaatsen. Dit soort locaties waren rond Ulvenhout overvloedig aanwezig. Denk aan de lage delen in het Ulvenhoutse bos en aan het Markdal
De vorm twulvenhout kan evolueren tot tulvenhout; Het vasthechten van het lidwoord komt geregeld voor, bijvoorbeeld in 1521 'tulvenhout' als gebiedsaanduiding.
Ligging
Het gehucht ontstond aan de middeleeuwse weg tussen Breda en Turnhout, direct ten zuiden van de huidige Prinsenhoeve. In de vijftiende en zestiende eeuw kwam er bebouwing op de Heuvel (verbreding van de Dorpstraat ter hoogte van de Pekhoeve richting de splitsing Molenstraat-Pennendijk). Ook aan de Pennendijk stonden in de zestiende eeuw al meerdere boerderijen. Aan de zuidzijde ligt op Hoogsteen de hoeve Steenland, die genoemd is naar de bezitters, de familie Van Steenland. De naam komt al voor in 1539.
Ulvenhout behoorde tot de Gemeente Ginneken en Bavel. Na de annexatie van Ginneken was het van 1942 tot en met 1996 hoofdplaats van de gemeente Nieuw-Ginneken.
Oudste bewoningssporen
De oudste bewoningssporen in de directe omgeving van het gehucht zijn aangetroffen in en om het Markdal. Karolingisch aardwerk werd gevonden op enkele hooggelegen akkers tegen het Markdal en sporen van een 12e eeuwse boerderij net ten westen van het straatje het Markdal. In het Ulvenhoutse bos zijn volgen Karel Leenders sporen aanwezig van vóór de cultivering van dit bos in de 16e en 17e eeuw.
Het Oud Hof
De bewoningsgeschiedenis van Ulvenhout hangt nauw samen met het het Oud Hof in het Markdal. Omstreeks het jaar 1000 kwam dit gebied in handen van de abdij van Thorn (L). Dit vrouwenklooster was in 992 gesticht en kreeg van grootgrondbezitters allerlei gebieden om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Zo zullen ook de gronden aan de Mark aan Thorn zijn gekomen. De abdis zal hier ongetwijfeld een pachthoeve hebben laten bouwen. Aan dezelfde rivier (Mark) ontstond in de loop van de 12e eeuw Breda. In de loop van de 13e eeuw wist de Heer van Breda zich eerst op te werpen als beschermer van de Thornse goederen, maar in 1277 gelukte het hem de eigendom van de pachthoeve en de landen eromheen te verwerven. De hoeve werd het centrum van het Bredase bezit van Ulvenhout. Het was omgracht en heeft dus een verdedigbaar karakter gehad
De hoeve van Ulvenhout (Prinsenhoeve)
Omstreeks 1400 liet de Heer van Breda een nieuwe boerderij bouwen, mogelijk ter plaatse van de nog steeds bestaande Prinsenhoeve. De oude pachthoeve raakte in onbruik en verviel. Al in 1621 werd deze plek aangeduid als "D'Oude Hoff" van Ulvenhout. Bij de Prinsenhoeve ontstond het gehucht Ulvenhout dat lange tijd uit slechts acht boerderijen bestond en pas vanaf de 2e helft van de 18e eeuw uitgroeide tot een echt dorp.
Slot Grimhuijsen
Grimhuijsen is vermoedelijk in de vijftiende eeuw afgesplitst van het complex van de hoeve van Ulvenhout (de tegenwoordige Prinsenhoeve), die eigendom was van de heer van Breda. De eerste vermelding van het slotje is van 1474 toen Jan van der Leck, bijgenaamd Grimhuijsen, vermeld werd als leenman. Archeologisch onderzoek bevestigde de 15e eeuwse oorsprong.