Ten behoeve van een herinrichting van het terrein tussen de Laurentiuskerk en woonzorgcentrum de Donk heeft er in de winter van 2010 een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. Op dit terrein stond in het verleden het omgrachte slotje Grimhuijsen. De laatste restanten van dit kasteeltje werden gesloopt in 1904. Het parkje op de plaats van het voormalige Grimhuijsen wordt binnenkort opnieuw ingericht. De Stichting Dorpspark Ulvenhout wil in het parkje de locatie van het slotje zichtbaar maken.
Opgraving Grimhuijsen Ulvenhout 2010
Archeologisch onderzoek 1996
Bij eerder archeologisch onderzoek was Grimhuijsen al gedeeltelijk in kaart gebracht. Er was aanvullend onderzoek nodig om de plattegrond van het gebouw compleet te krijgen. De plattegrond is nu compleet. Tot onze verrassing is er ouder muurwerk aangetroffen dan bij de eerste opgraving en bovendien werd er een tweede keldertje gevonden aan de buitenzijde van het gebouw.
Bewoningsgeschiedenis
Grimhuijsen is vermoedelijk in de vijftiende eeuw afgesplitst van het complex van de hoeve van Ulvenhout (de tegenwoordige Prinsenhoeve), die eigendom was van de heer van Breda. De eerste vermelding van het slotje is van 1474 toen Jan van der Leck, bijgenaamd Grimhuijsen, vermeld werd als leenman. Hij was een bastaardzoon van de heer van Breda, Jan III van Polanen. Hij was dus ook een halfbroer van Johanna van Polanen, de stammoeder van de Bredase Nassaus. Via prins Filips Willem van Oranje kwam het in het bezit van Justinus van Nassau, de bastaardzoon van Willem van Oranje. Justinus heeft tussen 1609 en 1621 het gebouw gerenoveerd. In 1699 vestigde de pastoor van Ginneken zich op het slotje en in 1742 bouwde hij er een schuurkerk naast. Dit was een rooms-katholieke kerk die uiterlijk niet als zodanig herkenbaar mocht zijn. Het hele complex werd in 1904 afgebroken toen de huidige Laurentiuskerk en de bijbehorende pastorie werden gebouwd.
Kijkgaatjes en proefputjes
In 1996 groef de heemkundekring Paulus van Daesdonck een klein "kijkgaatje". Vervolgens voerde het Instituut voor Toegepast Historisch Onderzoek (I.T.H.O) in 1997 een echt onderzoek uit. De archeologen reconstrueerden de oostelijke fundering. Op grond van baksteenformaten en andere vondsten dateerden zij het grootste deel van het gebouw in de zeventiende eeuw. Zij troffen ook vondsten aan die doen vermoeden dat hier een ouder, gedeeltelijk bakstenen gebouw heeft gestaan, dat uit de late middeleeuwen dateerde. Verder groeven ze een kelder op met een tegelvloer en een uitbreiding uit de achttiende of begin negentiende eeuw.
De oudste fundamenten
Het onderzoek van Bureau Cultureel Erfgoed in januari 2010 richtte zich op de westzijde van Grimhuijsen. De resultaten waren verrassend. Het zeventiende-eeuwse slotje is gebouwd op de fundamenten van een ouder huis uit de vijftiende of zestiende eeuw. Een deel van het fundament is opgebouwd met roze of rode bakstenen en heeft vier steunberen. Waarschijnlijk is dit de oudste bakstenen fase. Het baksteenformaat en de bouwwijze van dit muurdeel wijkt af van het muurwerk aan de oostzijde. De bakstenen zijn groter dan die aan de oostzijde en de muur is veel dieper gefundeerd. Een deel van de mogelijk zeventiende-eeuwse fundering is opgemetseld op stukken hergebruikte natuursteen. Bovendien werd een gedeelte van de gracht opgegraven, met veel afval uit de zestiende tot en met de vroege 20e eeuw. De kelder en de uitbreiding die in 1997 al waren gevonden zijn opnieuw aangesneden. De tweede aangetroffen kelder zou mogelijk een beerkelder geweest kunnen zijn. Deze kelder is jonger dan het zeventiende-eeuwse muurwerk want hij is er koud tegenaan gebouwd.