Over de rivier de Mark boven Breda (bovenstrooms, dus ten zuiden van Breda) liggen verschillende fiets- en voetgangersbruggetjes. Waar het Sulkerpad de Mark kruist ligt een smalle betonnen fietsbrug op jukken, een echte "vonder". Brekelmans vermeldt in zijn artikel over de bruggen over de Bovenmark deze brug als de Voetbrug bij Nieuwenhuizen, zo genoemd in 1823. De historisch-geograaf Karel Leenders noemt het bruggetje het Tweede Kippenbruggetje. Het pad van de Galderseweg naar het Tweede Kippenbruggetje duidt hij aan als het Pad naar het Tweede Kippenbruggetje, een verbindingsweg naar het oude kippenbruggetje dat ten zuiden van de hoeve Nieuwenhuis lag. In de legger van wegen en voetpaden (een registratie van openbare wegen) in de gemeente Ginneken en Bavel van rond 1870 worden het Sulkerpad en de Reeptiend aangeduid als het Voetpad van Ulvenhout naar het Mastbosch, met een vondel over de rivier de Mark.
Een berg met schapenzuring
Het Sulkerpad kreeg zijn naam in 1972, volgens de Ulvenhoutse historicus Ad Jansen ontleend aan de Sulkerberg. De toponymist Chr. Buiks noteerde de naam Sulkerpad al uit de volksmond. De naam bestond dus al eerder. De Zulkerberg of Sulkerberg was een perceel van de Hoeve van Ulvenhout, de Prinsenhoeve. Sulker is volgens Buiks door verwisseling van plaats van klanken ontstaan uit surkel, zuring. Op hoge akkers, zoals de Sulkerberg, zal dit vooral schapenzuring geweest zijn. In 2014 kreeg in verband met het project straatnamen die woonplaatsgrenzen overschrijden het fietspad in het verlengde van het Sulkerpad (Ulvenhout) naar de Reeptiend, op Bredaas grondgebied, eveneens de naam Sulkerpad.
Zoals op de foto te zien is was het hoogteverschil tussen het feitelijke Markdal en en de hoger gelegen akkers aanzienlijk.