Sommige straten buiten het oude centrum kunnen we aanduiden als oude linten, middeleeuwse wegen, waarlangs in de loop van de negentiende en twintigste eeuw lintbebouwing is ontstaan. Een voorbeeld dat niet zo goed meer herkenbaar is, is de weg van Breda naar Terheijden. Oorspronkelijk liep deze weg kronkelend naar het noorden en bestond in elk geval al sinds het begin van de veertiende eeuw. Het oude tracé van deze weg bestaat nog gedeeltelijk als Oude Baan en als Hartelweg. Deze weg is in 1820-1821 vervangen door de Terheijdenseweg en de Nieuwe Bredasebaan, als onderdeel van de rijksweg of steenweg van Breda naar Moerdijk. Sinds de reconstructie enkele jaren geleden is de Terheijdenseweg een zeer brede asfaltweg.
Oude rijkswegen
De eigenschappen van de oude rijkswegen worden tegenwoordig weer sterker gewaardeerd, ook in Breda aangezien die stad is gelegen te midden van een ster van oude rijkswegen. Onder oude rijkswegen verstaan we de wegen die rond 1860, na de voltooiing van het netwerk van grote wegen, eigendom waren van het rijk. Deze wegen zijn meestal kaarsrecht en beplant met bomen. Langs de weg stonden mijlpalen. De Terheijdenseweg zag er na bijna 200 jaar echter niet meer zo uit. Om de oude rijkswegen herkenbaar te laten zijn als oude rijksweg worden ze tegenwoordig (deels) in oude staat hersteld. Ook van de Terheijdensweg zijn delen 'gereconstrueerd'. Even ten noorden van de noordelijke rondweg, de Nieuwe Kadijk, is ongeveer honderd meter van het fietspad aan de oostzijde van de Terheijdenseweg voorzien van een dubbele rij eikenbomen. Daarmee wordt het beeld van een oude rijksweg opgeroepen. Ten noorden van de Groenedijk is over een nog grotere lengte de oude rijksweg reconstrueerd.