Vanuit Beek kon men in het verleden naar het noorden reizen via de huidige Beeksestraat, de Grintweg en de huidige kronkelende Nieuwveerweg naar het Nieuw Veer. In 1649 werd een veerdienst ingesteld over het Hollands Diep van Moerdijk naar Strijensas. Sinds die tijd liep de doorgaande verbinding van Breda naar Rotterdam via Princenhage, Beek, het Nieuw Veer, Zevenbergschen Hoek en Moerdijk. Door de aanleg van de straatweg van Breda naar Moerdijk in 1822-1823 raakte de Veerseweg zijn doorgaande functie weer kwijt. De Nieuwveerweg maakte korte tijd ook deel uit van een doorgaande postroute van Antwerpen naar Rotterdam. Zie hiervoor onder Postbaan (Prinsenbeek) en Moerdijkse Postbaan.
Het huidige tracé van de Nieuwveerweg begint op het kruispunt Beeksestraat Postbaan Nieuwveerweg en loopt dan noordwaarts langs de autoweg en buigt dan bij café Elsakker linksaf om dan als doodlopende weg te eindigen bij de rivier de Mark. Voor fietsers geeft hij nog aansluiting op het Trekpad naar de Zeedijk onder Etten, een aan te bevelen recreatieve fietsroute.
Het Zonzeels Veer of Nieuw Veer
Wat later het Nieuw Veer heette, heette aanvankelijk het Zonzeels Veer. Zonzeel lag ter plaatse van het huidige plaatsje Langeweg. Het dorp is ten onder gegaan in de Sint-Elisabethsvloed van 1421. Het Zonzeels Veer bestond volgens Leenders al in 1313. In de vijftiende eeuw werd de omgeving door de gevolgen van de Elisabethsvloed vrijwel ontvolkt. Naar alle waarschijnlijkheid is het in de tweede helft van de vijftiende eeuw uit de vaart geweest. Waarschijnlijk ook is het veer in 1518 weer hervat. Vanaf toen heette het het Nieuw of Zonzeels Veer en tenslotte kortweg het Nieuw Veer. Het veer bleef in functie tot 1939 toen de autobrug in gebruik werd genomen. In 1944 werd de brug verwoest, waarna een pontje weer de verbinding onderhield tot 1951.
De oudste vermeldingen van Nieuw Veer die de toponymist Chr. Buiks gevonden heeft zijn: Beemden in Wymer, omtrent den Nyeuwen Veer, 1561 en Beemden in Wymer in Verdonck, omtrent den Nyeuwen veer, 1567. In 1663 verordonneerde de Nassause Domeinraad volgens Buiks dat de pachter van het Veer van Sonseel een bekwame pont en schuiten moest bezitten. Regelmatig had het veer last van oorlogen. Van 1702 tot 1713 woedde de Spaanse Successieoorlog. In 1702 waren bij de pachter van het veer, Corstiaen de Groot, de pont en de schuiten weggehaald door soldaten uit Breda. De veren van Lamsgat en Zwartenberg beschikten nog wel over schuiten waarmee zij voetgangers konden overzetten. Daarom wou de veerman zijn schuit of schouwke terug.