In het uiterste noorden van Prinsenbeek, van het voormalig Nieuw Veer tot aan de Halse Sluis, ligt een recreatief fietspad langs de Mark. Fietsen tussen de koeien. Volgens Voermans is het aangelegd in 1969 in het kader van de ruilverkaveling Haagse Beemden.
Ongeveer op deze plaats lag voorheen het Trekpad. Karel Leenders zegt dat, voordat de motorkracht gemeengoed werd, de schepen moesten varen op de wind of met behulp van een trekker op de oever. De betrekkelijk smalle rivier de Mark liet niet toe dat zeilschepen tegen de wind in laveerden. In de negentiende eeuw bestond er dan ook een Trekpad van Breda tot aan Dintelsas, voorzien van paardenhuisjes. Vóór 1596 moet er al een pad gelopen hebben van Breda tot Terheijden, op de Princenhaagse oever. In 1663 werd het pad doorgetrokken tot Zwartenberg. In de loop van de achttiende eeuw werd het verder verlengd tot Dintelsas. Tegenover Terheijden was door de stad Breda een woning annex stal gebouwd voor de scheepsjager. Verder stroomafwaarts stonden er nog gebouwtjes bij de Halse Sluis en bij het Zwartenbergs Veer.
Naamgeving
In de legger van openbare wegen van Breda (een soort register van openbare wegen) van 1872 is er sprake van het Trekpad en in de legger van 1933 en 1939 van de modernere naam Jaagpad. De officie naam Jaagpad is onder andere ook vastgelegd in de legger (registratie) van openbare wegen van de gemeente Beek (N.B.), de latere gemeente Prinsenbeek uit 1948
In de twintigste eeuw ging de scheepvaart over op motorische voortbeweging. In 1940 deed de gemeente Breda afstand van het recht van jaagpad langs de rivier de Mark. In 1955 bestond het pad nog, maar het was toen al erg verwaarloosd. Door rivierverleggingen is het verder in het ongerede geraakt, totdat het gedeeltelijk weer als recreatief fietspad werd hersteld. Er zijn plannen om van de Willem-Alexanderbrug (Trambrug) in Breda tot en met de Zeedijk in Etten opnieuw een doorlopend pad aan te leggen langs de Mark.