In het najaar van 1983 startte op het terrein van het voormalig complex van dagblad De Stem aan het Kasteelplein een grote opgraving, die zich uitstrekte van de oorspronkelijke percelen aan het Kasteelplein tot over de achtererven van de percelen Reigerstraat 12, 14 en 16. Bij deze opgraving is vermoedelijk het centrum van een middeleeuws agrarisch domein van de heer van Breda doorsneden. Hieruit is destedelijke nederzetting gegroeid waar later de Heren van Breda hun stadswoning hadden.
Bij de start van de opgraving werd al snel duidelijk dat een deel van het terrein tot op de vaste bodem was verstoord door de zware funderingen van de gebouwen van dagblad De Stem. Tussen de betonnen poeren door kon echter een groot deel van het terrein worden onderzocht. Na de opgravingen werd op deze locatie het wooncomplex "de Kaatsbaan" gebouwd, genoemd naar de kaatsbaan die in de 16e eeuw daar is aangelegd. Overigens zijn daar geen sporen van teruggevonden.
Opgraving Kasteelplein/Stemcomplex 1983
De oudste sporen
De oudste 12e-eeuwse vondsten waren afkomstig uit de resten van een akkerlaag. Onder dit pakket werden op verschillende plaatsen ploegkrassen aangetroffen. Vanuit deze cultuurlaag was een aantal ondiepe sloten en greppels in de vaste bodem gegraven. Deze cultuurlaag en greppels werden gedateerd in de 12e en 13e eeuw. Duidelijke bebouwingssporen ontbreken in deze fase.
Wat stond er in de krant?
De eerste bebouwing
Pas in de 14 eeuw worden de eerste sporen van verkaveling en bebouwing vastgesteld. Na het midden van de 14e eeuw richtte men op het oostelijk gedeelte van het perceel van De Herberghe een groot gebouw op met een lengte van ca. 16 meter en een breedte van ca. 6 meter. Binnen het gebouw, dat ongedeeld was, stonden baksteen poeren waarop houten staanders rustten die het dak ondersteunden. Het gebouw bezat geen woonfunctie maar moet wellicht als een bedrijfsgebouw worden geïnterpreteerd dat bij het wooncomplex van de Heer van Breda hoorde. Ten oosten van dit gebouw was men reeds in de 14e eeuw begonnen met de ophoging van het latere perceel van de pastorie. Dit proces ging door tot ver in de 17e eeuw, waarbij een circa 2 meter dik pakket huis- en stadsvuil is opgebracht. Hieruit zijn talloze vondsten geborgen. Het blijft een raadsel waarom juist hier zo enorm met stadsafval werd opgehoogd.
Begrenzing van de stadsresidentie
Op het achtererf van de pastorie, dat in de 17e eeuw omgeven was door een forse tuinmuur, lagen enkele tonputten en afvalkuilen. Overigens is het goed mogelijk dat deze tuinmuur een relict is van de ommuring van het wooncomplex van de Heer van Breda. Deze tuinmuur werd ook aan de noordzijde van het wooncomplex aangetroffen bij opgravingen in de Cingelstraat in 1990. Aan de oostzijde van de pastorie lag een straatje dat in de 14e eeuw met baksteen was aangelegd op een gedempte sloot. De kans is groot dat deze sloot de oudste fysieke begrenzing (aan de oostzijde) vormde van de stadsresidentie van de Heer van Breda. Aan de oostzijde van dit straatje worden tussen 1350 en 1450 twee huizen gebouwd, die werden bewoond door leden van de stadselite. Deze huizen worden in de 17e eeuw naar het oosten toe uitgebreid over het perceel van De Herberghe heen. Het achtererf van dit perceel was overigens ook opgehoogd met een enorm pakket met stadsafval.
De vondsten
Afgemeten naar het oppervlakte van het archeologisch onderzoek is is er geen opgraving geweest die zoveel vondsten heeft opgeleverd. Dit hebben we te danken aan de eerder genoemde afvallagen die hier in de 16e-17e eeuw zijn opgebracht.