De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk, vanaf 1410
In 1410 lieten Engelbrecht van Nassau en Johanna van Polanen ter gelegenheid van de geboorte van hun zoon Jan een begin maken met bouw van de huidige Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Jan van Nassau kreeg in 1449 toestemming van de bisschop van Luik om het Sacrament van Niervaart over te brengen naar Breda van Niervaart (het huidige Klundert), dat werd bedreigd door overstromingen. Dankzij de hostie werd Breda een echte bedevaartplaats, met een jaarlijkse ommegang op 24 juni. Na de Beeldenstorm verdwenen de hostie en de ommegang. Vanaf het einde van de negentiende eeuw kwam het sacrament van Niervaart opnieuw in de belangstelling.
In 1468 werd de eerste steen voor de huidige Grote Toren gelegd.
Het Kasteel van Jan IV
In de eerste helft van de vijftiende eeuw verbleven de Nassau’s op het kasteel van de Polanens. Jan IV liet aan de zuidoostzijde van het complex een nieuwe sierlijke laatgotische vleugel bouwen. Deze kenmerkte zich door bakstenen trapgevels met speklagen van natuursteen en een traptoren en leek sterk op het nog steeds bestaande Markiezenhof in Bergen op Zoom. Een gedeelte van het zware middeleeuwse kasteel van de Polanens bleef voorlopig staan. Om het kasteel liet Jan IV een zeer moderne omwalling aanleggen. Het buskruit was al uitgevonden en sommige steden en belangrijke heren legden reeds verdedigingswerken aan die hierop waren berekend. Van de Burcht van Jan IV is sinds de nieuwbouw onder graaf Hendrik III en koning-stadhouder Willem III niets meer te herkennen.
Jan de Bastaard
De bekendste bastaardzoon van Jan IV was Jan de Bastaard van Nassau. Deze heeft op zijn beurt ook weer nakomelingen gehad. Jan de Bastaard liet in de Steenbrugstraat, de huidige Nieuwstraat, een groot huis bouwen (het latere Huis Assendelft), dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Nassau Hotel.
Het klooster Vredenberg, na 1476
De weduwe van Jan van Nassau, Maria van Loon, gaf op 24 juni 1470 de aanzet tot de stichting van een klooster. Dit klooster moest worden opgericht voor de vurige gedenkenis van de ziel van wijlen Johan, graaf tot Nassau (Jan IV), op een plaats genaamd Woestenberg (bij Bavel). Het klooster werd later verplaatst naar Boeimeer, onder Princenhage, waar het de naam van Vredenberg droeg. Het gebouw is verdwenen in de Tachtigjarige Oorlog en heeft bovengronds geen spoor meer nagelaten.
Jaargetijden
In 1531 werden er op bevel van graaf Hendrik III jaargetijden gebeden voor onder andere Jan IV en Maria van Loon,. De kosters van Breda luidden op de jaargetijden van de heren en vrouwen van Breda de klok. Een jaargetijde of memorie is de naam van een jaarlijks terugkerende mis voor het zieleheil van een overledene die werd vastgelegd door hemzelf bij testament of door zijn nabestaanden.
Praalgraf, kort na 1511
Jan van Nassau is gestorven in Dillenburg op 3 februari 1475 en zijn hart is daar begraven. De rest van zijn lichaam en dat van Maria van Loon zijn bijgezet onder het grafmonument van de eerste Bredase Nassau’s in de noordelijke kooromgang van de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het echtpaar staat op het monument aan de rechterzijde afgebeeld. Achter het echtpaar staan hun patroonheiligen, de kerkvader Hiëronymus en Johannes de Doper. Het grafmonument is opgericht door graaf Hendrik III van Nassau, kort na 1511.
In 1996 is het monument helemaal uiteengehaald en van roestend ijzer ontdaan; met roestvrijstalen pennen en krammen is het weer opgebouwd en vastgezet. Het monument is ook bij deze restauratie weer gereinigd. Bij de restauratie werden in een zeer goed bewaarde kist van eikenhout uit het Oostzeegebied de resten van Jan IV terug gevonden.
Jan IV is de enige Nassau van vóór de Tachtigjarige Oorlog die heer van Breda is geweest, waar geen straat naar genoemd is.
Literatuur
F.F.X. Cerutti, Middeleeuwse rechtsbronnen van stad en heerlijkheid Breda, Deel 2: Rechtsbronnen 1405 tot 1477 (Bussum, XXXX). 76-E-10, 11 en 12.
Thomas Ernst van Goor, Beschryving van stadt en lande van Breda (’s-Gravenhage, 1744).
Jeroen Grosfeld e.a., ’… Een thans niet meer bestaand schilderij’, Eerste verkenningen van het schilderij’ Christus en de Samaritaanse vrouw bij de stad Breda’ (Breda, 2013).
Johan Hendriks, Gerard Otten en Patricia Böschen (red.), Het Breda boek (Zwolle en Breda, 2008).
Gerard Otten, ‘De Nassaustraatnamen in Breda, een verkenning’, in Engelbrecht van Nassau, jaargang 2010, nummer 4.
V. Paquay, ‘Dynastiek zelfbewustzijn in steen, herdatering en situering van het Nassaugrafreliëf in de Grote Kerk te Breda’, in Jaarboek de Oranjeboom XL (1987).