Heer van Breda van 1403-1442
Engelbrecht I van Nassau-Dillenburg werd geboren op het slot Dillenburg in Duitsland, ergens tussen 1370 en 1380, als zoon van graaf Jan I van Nassau-Dillenburg en Margaretha, gravin van der Marck.
Hij werd heer van Breda door zijn huwelijk met de erfdochter Johanna van Polanen en werd opgevolgd door zijn zoon Jan IV van Nassau. Om versnippering van het familiebezit te voorkomen was Engelbrecht geestelijke geworden en had hij afgezien van een erfenis. Hij was student in Keulen in 1389 en domproost in Münster tot 1399, zonder overigens te zijn gewijd. Omdat zijn beide broers kinderloos waren, deed hij weer afstand van de proosdij en trouwde in Breda op 1 augustus 1403 met Johanna van Polanen (1392-1445), vrouwe van Breda en de Lek. Tot haar erfenis behoorden vele heerlijkheden en ridderhofsteden in Holland en Brabant, Henegouwen, Utrecht en Zeeland. In 1403 was Engelbrecht de dertig al voorbij, van hoge adel, maar met weinig geld. Johanna was pas elf jaar oud en schatrijk. Het paar werd uiteraard om politieke redenen aan elkaar gekoppeld.
Blijde Inkomst, 1404
Engelbrecht I van Nassau en Johanna van Polanen hielden op 24 augustus 1404 hun Blijde Inkomst in Breda. Ter gelegenheid hiervan gaven zij enkele voorrechten aan hun onderdanen, die zij vastlegden in een oorkonde. De originele oorkonde is bewaard gebleven en bevindt zich in het stadsarchief, met het uithangend zegel van Johanna van Polanen in bruine was. Het zegel van graaf Engelbrecht is verloren gegaan. Op de achterzijde staat geschreven ‘Chartre van de Blijde Incomste van Engelbrecht, jongcgreve tot Nassau en Johan, vrouw van der Lecke, 1404.’