De Ginnekenmarkt is vanouds het centrum van het dorp Ginneken. Volgens Ton van Dun en Ad Jansen is het dorpsplein ontstaan als gevolg van de bouw van de kerk. Deze werd waarschijnlijk rond 1200 gebouwd op de plaats van de huidige protestantse kerkgebouw. Er was nog geen sprake van een dorp, de boerderijen lagen verspreid over het gebied. De kerk werd op een centrale plaats opgericht en pas daarna, rond 1300, werden rond de kerk de eerste huizen gebouwd. Na de bouw van de kerk waaierde een groot aantal kerkpaden uit naar de omgeving. Volgens Van Dun en Jansen is uit enkele kerkpaden rond 1400 de doorgaande route Ginnekenweg Raadhuisstraat Ulvenhoutselaan ontstaan. De Ginnekenmarkt is niet meer dan een verbinding van deze doorgaande route met de kerk. Pas in de zeventiende eeuw werd de Duivelsbrug gebouwd en ontstond de Duivelsbruglaan als derde weg die op de Ginnekenmarkt uitkwam.
Plaats
De toponymist Chr. Buiks zegt dat de oorspronkelijke aanduiding voor dit plein de Plaats is. Deze naam wordt bijvoorbeeld vermeld in 1609 en 1699. Plaats is volgens Buiks een Romaans leenwoord. Vanaf de veertiende eeuw verdrong het, vooral in zuidelijk Vlaanderen, het woord dries als benaming voor het dorpsplein. Een andere gebruikelijke aanduiding voor het centrum van het dorp was de Kuip. Dit betekent letterlijk de bebouwde kom. Voorbeelden worden genoemd in 1721, 1746 en 1778.
De meest gangbare benaming voor zon plein was, zegt Buiks, in de Kempen dorp, in Vlaanderen plaats. Andere namen voor het centrum waren markt, stad, centrum, parochie of singel. In de baronie van Breda komt ook vrij frequent de aanduiding Heuvel voor, bijvoorbeeld in Ulvenhout, Oosterhout en Den Hout.
Markt
Volgens Buiks is een latere benaming voor het dorpsplein de Markt, bijvoorbeeld in 1845 en het Marktplein, bijvoorbeeld in 1877. Bij besluit van de gemeenteraad van Ginneken en Bavel van 15 maart 1902 werd de naam Markt bevestigd. Na de annexatie van 1942 werd het Ginnekenmarkt, om verwarring te vermijden met de Grote Markt in Breda.