Duivelsbrug (Ginneken)

Gebieden
1100 tot heden
1357 1357

Oorlogsschade aan de Duivelsbrug in 1944. Er werd een houten hulpbrug naast de beschadigde brug gelegd. In 1951 werd een nieuwe brug op de oude plaats gebouwd. (Beeldcollectie Stadsarchief Breda)

Tegenwoordig zijn we gewend aan een systeem dat de meeste bruggen genoemd zijn naar de weg of straat waar ze deel van uitmaken, bijvoorbeeld de Willemsbrug in de Willemstraat en de Kennedybrug in de Kennedylaan. In het verleden waren er veel minder bruggen terwijl de wegen vaak abstract werden aangeduid als de heerbaan naar die en die plaats. Bruggen waren dus iets heel bijzonders en de oudste bruggen hebben dan ook vaak een eigen naam. Een goed voorbeeld daarvan is de Duivelsbrug.

Voorde

De belangrijke oost-west-route over het grondgebied van de heer van Breda liep oorspronkelijk over Ginneken. Bij de Ganzenweide, iets ten zuiden van de huidige Emmabrug, reden de karren door de rivier de Mark. Daar was een doorwaadbare plaats of voorde. Rond 1190-1212 legde de heer van Breda verder naar het noorden een nieuwe verbinding aan via de huidige Haagdijk en Teteringsedijk. Waar nu de Duivelsbrug ligt lag reeds een vonder, een klein voetgangersbruggetje, die al vermeld wordt in 1531. Het pad dat hier op aansloot heette het Galdersepad.

Bij den Duivel!

In 1613 bouwde de eigenaar van Bouvigne, Jan Baptist Keermans, een brug bij Ginneken. Breda was bang dat deze brug het verkeer om de stad heen zou leiden en verzette zich hevig. Pas in 1641 werd de brug definitief opengesteld voor alle verkeer. Aanvankelijk werd deze brug volgens de toponymist Chr. Buiks de Ginnekense Brug genoemd. De naam Duivelsbrug komt voor het eerst voor in 1756. De naamsverklaring is eenvoudig: de brug was erg hoog, zodat schepen en schuiten hier nog konden passeren. In Rotterdam hadden ze ook een Satersbrug of Duivelsbrug, een heel erg steile brug, waar de voerlieden en hun paarden nogal moeite mee hadden er tegenop te komen. De naam Duivelsbrug in Ginneken zal dezelfde oorsprong gehad hebben. Er zal hier heel wat gevloekt zijn. In die tijd vloekte men niet bij God, maar, uit schroom tegenover de Allerhoogste, bij de duivel, dat was minder erg.

Str086b duivelsbrug a0517
De Duivelsbrug over rivier de Mark rond 1900-1905. (Beeldcollectie Stadsarchief Breda)

Een knap meisje en een jonge ridder

Rond de naam Duivelsbrug is later een hele legende ontstaan. De kortste variant hiervan (uit de achttiende eeuw) zegt dat de duivel, in een donkere nacht, de klok uit de toren van de kerk van Ginneken in de Mark heeft geworpen. Later, in 1831, is, volgens de Neerlandicus Frans Wetzels, die hier onderzoek naar deed, de legende opgesmukt tot een uitgebreid verhaal met een knap meisje en een jonge ridder die wilden trouwen, een ongewijde klok en de duivel die de kerk van Ginneken in puin legde. Later maakte deze legende een vast onderdeel uit van de toeristische gidsjes van Ginneken.

In de loop van zijn bestaan is de Duivelsbrug uiteraard een aantal malen vervangen. Volgens de legger van de openbare wegen en voetpaden (een registratie van openbare wegen), opgemaakt door de gemeenteraad van Ginneken en Bavel in 1880, was de Duivelsbrug 18 meter lang en vier meter breed, met vier houten jukken en twee houten landhoofden. De huidige brug dateert (na oorlogsschade) uit 1951.

Literatuur

F.A. Brekelmans, ‘Het opslagmonopolie van Breda en de bruggen over de Bovenmark’, in Jaarboek de Oranjeboom XXII (1969).
Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Ginneken en Bavel (Nieuw-Ginneken, 1986), deel 15 en 16, Ginneken-Dorp.
J. van Haastert, De honderd bruggen van Breda (Breda, 1973, manuscript).Ad Jansen, ‘De brug over de Mark in Ginneken’, in Brieven van Paulus, jaargang 2006, nummer 158.
Ad Jansen, Vier eeuwen Duivelsbrug 1613-2013, een brug, een straat, een laan in het dorp Ginneken (Breda, 2012).
Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).
Gerard Otten, ‘Het villalandschap rond het Markdal te Ginneken, 1840-1940’, in Jaarboek de Oranjeboom LIV (2001), pag. 256-337.
Frans Wetzels, ‘De legende van de Duivelsbrug’, in Engelbrecht van Nassau, jaargang 2002, pag. 9-25.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Aanmelden

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven