Vanaf 1 januari 1829 was het verboden te begraven in de steden. Al in 1826 kochten de Bredase parochies een hoeve op Zuylen onder Princenhage om een nieuwe begraafplaats aan te leggen. In hetzelfde jaar waren hier de eerste begrafenissen. Vlak na de ingebruikname van de begraafplaats werd dit schilderij vervaardigd. In 1829 kocht de Nederlands-hervormde gemeente een koepel met kelder en een herentuin met Chinese tent (een pagode) omringd door beukenhagen naast de katholieke begraafplaats. De laatste persoon die in de Grote Kerk begraven werd, was ouderling en diaken Charles Glaude Kamerling. Hij overleed op 16 november 1828 en ligt begraven in het Sacrament van Niervaartkoor. De kerkhoven van de Grote Kerk, van de Markendaalse Kerk en die achter Sint-Joostkapel werden gesloten.
Begraven in steden verboden
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van