Bouwwerken

Het stadhuis en de markt vervulden van oudsher een belangrijke functie in de stad. Er werden bekendmakingen verricht en vonnissen uitgevoerd. Ook de inhuldiging van de Heer van Breda vond hier plaats.

Het Huis Brecht is een van de oudste hofhuizen of adellijke woningen van Breda. Het is gebouwd in gotische stijl in het begin van de veertiende eeuw en heeft sindsdien tal van aanpassingen gekend.

De Waalse Kerk is van oorsprong de Sint Wendelinuskapel. De verering van deze in Duitsland populaire heilige is waarschijnlijk met de Nassaus naar Breda gekomen.

Het Begijnhof werd bewoond door begijnen. Begijnen waren vrouwen die als alleenstaanden weliswaar een gemeenschap vormden binnen de katholieke kerk maar geen eeuwige geloften hadden afgelegd.

Het protestantse Bredase weeshuis werd in 1606 opgericht in het voormalige klooster van de Zwarte Zusters, dat door de reformatie leeg kwam te staan. Het huidige gebouw aan het Kloosterplein dateert uit 1887.

Op deze plek buiten de oostelijke stadspoort lag oorspronkelijk een gasthuis. Het gasthuis diende voor onderdak en verzorging van arme vreemdelingen en zieken, later ook voor krankzinnigen en bejaarden.

Het klooster aan de Nieuwstraat vormt een herinnering aan het Rijke Roomse Leven van Breda.

Deze voormalige fabriek is tot stand gekomen tussen 1829 en 1925. Tot 1912 zat hier de Bredase Tapijtfabriek.

De Passage Zuidpoort is in 1934 ontworpen door de Bredase architect Frans Mol. Met de bouw van deze moderne winkelpassage zou Breda zich kunnen meten met andere steden.

In 1919-1921 liet de bioscoopondernemer H.W. Lutzki een theater voor zowel toneel- als filmvoorstellingen ontwerpen en bouwen door F.P. Bilsen en zoon.

Aan de Haagweg ligt de oude ingang van de protestantse begraafplaats Haagveld. Het poortgebouw met de aula werd in 1932 ontworpen door het bekende Bredase architectenbureau Korteweg en Verwoerd.