Deze straat wordt volgens de toponymist Chr. Buiks al in 1499 genoemd als de Schoetsche strate. In 1656 is er sprake van: Erven in Schoot, westwaerts de Schootsche straete en den Strypenschen wech. Volgens Buiks betekent de naam de straat naar het gebied Schoot. Dit lag ten noorden en ten zuiden van de Schutsestraat, waar deze met een bocht aansluit op de Strijpenseweg. De Goede in den Scoet worden volgens Buiks al vermeld in 1430. Hij geeft ook veel andere vermeldingen reeds uit de vijftiende eeuw. Volgens Buiks betekent Schoot een beboste hoek hoger liggende grond of zandgrond, uitspringend in moerassig terrein of beboste hoogte grenzend aan een depressie.
Volgens de historisch-geograaf Karel Leenders is de Schootsestraat een gehuchtstraat, de centrale weg van het gehucht Schoot op Overveld. Een gehuchtstraat is de verbinding tussen boerderijen die samen een gehucht vormen.
De naam Schootsestraat is langzaam veranderd in Schutsestraat. In 1668 spreekt men van een stuk grond in Schoot, oost de Scheutse straet. De oudste vermelding van Schutsestraat die Buiks gevonden heeft, is van 1708: 't Boomken aende Schutse straet.
Op het minuutplan van het kadaster van Princenhage van 1824 staat de weg aangegeven als Schutsche Straat en in de legger van openbare wegen van Princenhage (een register van openbare wegen) van 1878 als Schutschestraat. In de legger van openbare wegen van Beek uit 1948 komt de weg nog steeds voor als Schutschestraat. In de lijst van straten, die vastgesteld is in 1949 komt de naam Schutsestraat niet voor, maar dat zal wel een vergissing zijn.
Schutsestraat (Prinsenbeek)
Literatuur
Chr. Buiks,Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage (Breda, nog uit te geven).
K.A.H.W. Leenders,Cultuurhistorische landschapsinventarisatie gemeente Breda (Breda, 2006). ErfgoedRapport Breda, nummer 1.
Ook interessant
Erfgoedweb is een initiatief van