Ons erfgoed

Op deze plek buiten de oostelijke stadspoort lag oorspronkelijk een gasthuis. Het gasthuis diende voor onderdak en verzorging van arme vreemdelingen en zieken, later ook voor krankzinnigen en bejaarden.

Het klooster aan de Nieuwstraat vormt een herinnering aan het Rijke Roomse Leven van Breda.

Deze voormalige fabriek is tot stand gekomen tussen 1829 en 1925. Tot 1912 zat hier de Bredase Tapijtfabriek.

De Passage Zuidpoort is in 1934 ontworpen door de Bredase architect Frans Mol. Met de bouw van deze moderne winkelpassage zou Breda zich kunnen meten met andere steden.

In 1919-1921 liet de bioscoopondernemer H.W. Lutzki een theater voor zowel toneel- als filmvoorstellingen ontwerpen en bouwen door F.P. Bilsen en zoon.

Aan de Haagweg ligt de oude ingang van de protestantse begraafplaats Haagveld. Het poortgebouw met de aula werd in 1932 ontworpen door het bekende Bredase architectenbureau Korteweg en Verwoerd.

De Chassékazerne is het oorspronkelijke hoofdgebouw van het uitgestrekte militaire complex dat aan de oostkant van de stad lag.

De huidige buitengevels van Het Roode Hert stammen uit 1935 en doen niet meteen denken aan een oude herberg. Schijn bedriegt want achter het metselwerk gaan mogelijk oudere muren schuil.

De electrotechnische fabriek Electron was ooit letterlijk en figuurlijk een onderdeel van de machinefabriek Backer en Rueb.

De Bredase architect Frans Mol (1910-1963) bouwde in 1951 dit woonhuis met kantoor voor zichzelf. Het is een van de eerste naoorlogse panden in Brabantpark.

De Mariaparochie is opgericht in februari 1933. De toenmalige bouwpastoor was Joseph

Klooster van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis uit Huijbergen