In 1868 nam de Nederlandse regering het besluit een groot aantal vestingen op te heffen, waaronder Breda. De Domeinen van het Ministerie van Financiën namen de vestinggronden over waarna de vestingen werden gesloopt en op de vrijgekomen gronden wegen werden aangelegd. De bouwterreinen werden vervolgens in kavels verkocht. Leider van deze operatie was de Arnhemse architect F.W. van Gendt.
Plan van Uitleg van Van Gendt
Van Gendt maakte ook de plattegrond voor de nieuwe straten, het zogenaamde Plan van Uitleg. Hij modelleerde zijn ontwerp rond de Singelgracht. Hij verlengde de belangrijkste straten tot aan de reeds bestaande uitvalswegen. Vanuit het station liet Van Gendt een weg naar de stad lopen, de huidige Willemstraat, die zich ten zuiden van de brug over de Singelgracht in tweeën splitste. Eén tak liep door het Valkenberg naar het Kasteelplein en één naar de Korte Boschstraat. De weg door het Valkenberg is echter niet uitgevoerd.
Boulevards
Een van de meest opvallende kenmerken van het Plan-Van Gendt is de consequente breedte van de straten. Van Gendt heeft boulevards aangelegd van dertig meter breed: de Willemstraat, Sophiastraat, Nieuwe Boschstraat, Nieuwe Ginnekenstraat, Nieuwe Haagdijk en andere. Deze boulevards waren voorzien van een dubbele rij bomen op een verhoogd middenpad. Dit stelsel van boulevards werd aangevuld met straten van zestien meter breed. Deze breedte was nog ruim voldoende voor twee rijen bomen aan de zijkant. Door middel van servituten bedong het Rijk dat de gevels van de panden aan de belangrijkste straten een hoogte zouden krijgen van minimaal acht meter. Deze kenmerken zorgen voor het typische Bredase boulevardprofiel. Het definitieve ontwerp van Van Gendt dateert van 7 april 1875.