Stadserf (Centrum)

Gebieden
1385 tot heden
Str226 stadserf bm st110 Str226 stadserf bm st110

Na de stadsbrand van 1490 tot aan de Beeldenstorm van 1566 is in Breda een groot aantal nieuwe straten aangelegd, de zogenaamde nieuwstraten. Doel hiervan was waarschijnlijk het verbeteren van de verkeersstructuur (Nieuwstraat, Kraanstraat, Sint Annastraat, Halstraat) en het creëren van marktpleinen (Nieuwe Korenmarkt of Havermarkt en Nieuwe Vismarkt). Bij enkele straten was het uitdrukkelijk de bedoeling bouwgrond te ontsluiten (Cingelstraat, Begijnhof, Keizerstraat en Nonnenveld).

Nieuwstraat

Het raadhuis wordt in 1385 voor het eerst genoemd. In 1518 werd, tegelijkertijd met de Sint Annastraat, ook het huidige Stadserf aangelegd. Het Stadserf was waarschijnlijk aanvankelijk bedoeld als een straat. Hier ter plaatse ook liep het watertje de Verloren Kost, dat uitkwam in de stadsgracht bij de Boschstraat. De waterloop bestond reeds in 1494 en is gedempt in 1708.

De reden deze straat aan te leggen zou kunnen zijn een verkeerstechnisch doel (de Sint Annastraat en de Grote Markt te verbinden en de Grote Markt gemakkelijk van de oostzijde te ontsluiten), als marktplein of als toegangsweg tot de Verloren Kost, om water te kunnen halen in geval van brand en voor andere doeleinden. In 1540 werd het Stadserf door een poort afgesloten van de Sint Annastraat. Hierna diende de straat slechts als opslagterrein. In de loop van de achttiende eeuw kregen steeds meer leden van de elite de beschikking over koetsen. De rijke omwonenden van het Stadserf wilden dit graag gebruiken om hieraan koetshuizen te bouwen (een zogenaamde ‘stalstraat’). Het stadsbestuur ging dit echter zo veel mogelijk tegen.

Het nieuwe stadhuis

In 1925 werd een nieuwe, monumentale achtervleugel aan het stadhuis gebouwd, ontworpen door de Hilversumse architect J.W. Hanrath. Hierdoor ontstond een nieuw pleintje, verlicht door monumentale lantaarns, met daarop het beeldje van de turfschipper Adriaan van Bergen. Nu pas ook ontstond de doorgang naar de Grote Markt. Burgemeester Van Sonsbeeck was de grote promotor van dit project. Het nieuwe stadhuis moest een stad als Breda waardig zijn, een stad die zich beschouwde als een streekcentrum en die streefde naar een positie van belangrijke woon- en verblijfstad en cultureel centrum.

Literatuur

Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).
Gerard Otten, Het Stadserf te Breda (Breda, 2008). ErfgoedRapport Breda 11.

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven