Het katholiek onderwijs in het Ginneken begint in 1871 toe de Zuster Pententen-Recollectinen uit Etten het Piusgesticht, nu Huize Frans, naast de St. Laurentiuskerk betrokken. Daarvoor was het in het Ginneken alleen mogelijk om openbaar onderwijs te volgen. Het Nederlandse Episcopaat had in 1868 al de wens uitgesproken om zoveel mogelijk katholieke scholen te stichten vooral in de gebieden waar nog geen Katholiek onderwijs aanwezig was. In het licht daarvan is de stichting van het Piusgesticht een logische.
Op 15 november 1871 werden de lokalen ingezegend waarna op 16 november het onderwijs kon beginnen. Het kerkbestuur had gezorgd voor de gebouwen, bestaande uit een Zusterhuis (Ginnekenweg 335) met daarachter een vrij kleine school, met slechts drie lokalen en een garderobe.
Snelle groei
De school begon met 50 à 60 meisjes maar in 1880 werd er aan de lagere school al aan zo’n 100 meisjes lesgegeven. De school werd dan ook in 1881 met twee lokalen vergroot zodat er nu vijf lesruimtes beschikbaar waren. In 1900 bezochten ongeveer 180 meisjes de lagere school van de zusters, een aantal dat daarna snel opliep. In 1911 waren het er rond 225, terwijl 170 kinderen op de kleuterschool waren. De toen al veertig jaar oude school was veel te klein geworden. In 1911 is dan ook aan de bouwmeester van de kerk, Jos. Cuypers, gevraagd om een nieuwe school te ontwerpen. Hij ontwierp een gebouw langs de Kerkstraat, op de plaats waar nu de winkelgalerij met bovenwoningen Ginnekenweg 337/339 staat. In het verlengde van de oude school tot aan de Postlaan kwam nog een tweede schoolgebouw met vijf leslokalen. Het eerst gebouw, met een gevel in een voor die tijd typische bouwstijl, had beneden langs de straat een gang, waarachter drie klaslokalen lagen. Op de bovenverdieping werden een nieuwe kapel met sacristie, een ziekenkamer en “dortoir” voor de zusters ingericht. De kapel werd in 1916 op het feest van de H. Franciscus plechtig in gebruik genomen. De oude kapel op de eerste verdieping van het zusterhuis werd spreekkamer.
De twee schoolgebouwen werden voor twee verschillende 'standen' gebruikt. De school langs de kerkstraat was voor kinderen die schoolgeld betaald en de andere school voor kinderen die minder schoolgeld of geen schoolgeld betaalden. In 1920 kwam dit onderscheid te vervallen doordat het bijzonder onderwijs op dezelfde wijze door het rijk werd gefinancieerd als de openbare school. De lokalen langs de kerkstraat werden toen voor de kleuterschool gebruikt, terwijl de lagere meisjesschool in het andere gebouw werd gehuisvest. De twee gebouwen uit 1911 zijn beide afgebroken. De school aan de huidige Ginnekenweg is rond 1980 afgebroken, terwijl de school aan de Postlaan omstreeks 1987 is gesloopt.
Voor het kleuteronderwijs werd in 1930 een moderne school gesticht op de plaats van het oude kerkhof op de hoek van de Dillenburgstraat en de Postlaan. Het oude kerkhof dat al sinds 1901 niet meer gebruikt werd ontruimd werd. De nog aanwezig grafzerken, kisten werd overgebracht naar de begraafplaats aan de kerkhofweg. De scholen bleven groeien zeker ook als gevolg van de babyboom net na de Tweede Wereldoorlog. Op het hoogtepunt in 1957 gaven de zusters aan 475 meisjes lager onderwijs.
Het einde van een tijdperk
Het Piusgesticht werd in de loop van de jaren een eerbiedwaardig instituut. Het kerkbestuur ervaarde het dan ook als erg triest dat de overste van de Zusters in 1956 aangaf dat als gevolg van het gebrek aan Zusters het gesticht in september 1957 zou moeten sluiten. Het zusterhuis werd daarna onder de naam Huize Sint Frans verhuurd aan de Katholieke Stichting van bejaardenzorg voor Gerepatrieerden te ’s-Hertogenbosch. Het onderwijs van de bijbehorende scholen werd door leken voortgezet. Na afloop van het huucontract, werd het zusterhuis en het nevenliggende schoolgebouw in 1974 verkocht aan particulieren. Het pand is een rijksmonument.
Literatuur
Jansen, Ad (1990) Een halve eeuw Ginneken; Schetsen uit de periode1890-1942. Deel 1. Breda: Boekhandel Hein van Kemenade