Een posthoorn is een klein koperen blaasinstrument zonder ventielen. Op een posthoorn kunnen daarom slechts natuurtonen worden gespeeld door overblazen. De posthoorn werd in de achttiende en negentiende eeuw gebruikt als signaalinstrument door postbezorgers te paard, de postiljons, om te waarschuwen dat hij er aan kwam. Er konden dan meteen verse paarden worden klaargezet of de veerman kon meteen zijn schuit gereed leggen. In het embleem van de posterijen in veel landen is daarom ook een gestileerde posthoorn afgebeeld. Ook de Postillonstraat in Princenhage is naar de postiljons genoemd.
De Posthoornstraat heet pas zo sinds 1964. Daarvoor was dit een onderdeel van de toenmalige Jan Klaassenstraat, de tegenwoordige Adriaan Klaassenstraat. De straat is genoemd naar het café de Posthoorn, op de hoek van de Haagweg. Deze naam komt reeds voor op de Wandelkaart van Ginneken en Omstreken van rond 1890. Het is een vrij gebruikelijke naam voor oude herbergen. De naam Posthoorn komt niet voor in de toponiemen van Princenhage die Chr. Buiks verzameld heeft. De naam is dus waarschijnlijk van ná 1800. Of hier inderdaad postkoetsen halt gehouden hebben, is dus twijfelachtig.
Literatuur
Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage, Deel 4.1 Hage Dorp (Breda, 2018). Erfgoedrapport Breda 60.
Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).