Opgraving Prinsenkade 1984 en 1992

Archeologie
1600 tot 1967
1542 1542

Overzicht van de opgegraven kelders van zeventiende-eeuwse gebouwen aan de Prinsenkade

1543 1543
1544 1544

Rioolpijp of een zogenaamde "kannebuis", zeventiende/achttiende eeuw

/

In de zomer van 1992 werd een opgraving uitgevoerd aan de Prinsenkade. Aanleiding was de geplande bebouwing van het terrein. In 1984 werd reeds een proefopgraving uitgevoerd op het terrein. Het terrein had zeer lang dienst gedaan als voorplein van de negentiende-eeuwse Sint-Barbarakathedraal.

Natuurlijke ondergrond

De natuurlijke ondergrond bestond uit sterk lemig zand (welke overigens enkele steentijdvondsten bevatte) met daarop een dikke veenlaag, doorsneden door een waterloopje. Dit terrein behoorde onmiskenbaar nog tot het oorspronkelijke Markdal.

BR 12 92 topo new
BR 12 92 1824 new
Het opgravingsterrein in 1992 op de huidige topografie en op het kadastraal minuutplan 1824. Het onderzoek van 1984 valt daarbinnen.

Zeventiende-eeuwse bedrijfsgebouwen

In de bodem van het onderzochte perceel bevonden zich op de eerste zeventiende-eeuwse ophogingslaag, de resten van funderingen en kelders van een tweetal lange gebouwen. Een gebouw (A) is vrijwel compleet, van het tweede gebouw (B) is slechts één lange zijgevel opgegraven. Met hun ca. 75 cm dikke muren, 7 tot 12 meter lange kelders en minimaal 36 meter lengte, behoren de grote gebouwen niet tot de categorie woonhuizen. Het waren zeker bedrijfspanden.

BR 12 84 3
BR 12 92 4
Overzicht van de opgravingsputten in resp. 1984 en 1992. Op de achtergrond de Prinsenkade

Houten funderingen

De gebouwen zijn gefundeerd op palen, balken en planken. De fundering van gebouw A staat op zg. kespen: dwarsbalken met daarop twee parallelle planken waarop de muur is gemetseld. Indien volgens de Amsterdamse funderingstype gebouwd zouden zijn, dan zouden onder de kespen nog rechtopstaande paaltjes (slieten) hebben gezeten. Deze paaltjes zijn bij de fundering van gebouw A niet aangetroffen. Een zeshoekig aanbouwsel was wel gefundeerd op slieten en planken. De fundering van gebouw B is een zg. roosterfundering. Hierbij is een raamwerk van houten balken geplaatst op dwarsbalken. Het raamwerk wordt op zijn plaats gehouden door slieten, die er tussen werden geheid en het draagvermogen verhoogden. Dit rooster vormde een stevig fundament. De palen werden op het veen en onder het grondwaterniveau aangebracht om rotting te voorkomen.
De funderingswijze is uniek voor Breda, althans bij andere opgravingen zijn deze houten constructies nog niet teruggevonden. Bij deze bodemgesteldheid was het echter een logische keuze om op hout te funderen.

Br 12 92 5
Br 12 92 b14
De blootgelegde dwarsbalken onder de bakstenen funderingen. Rechts een overzichtstekening met de aangetroffen funderingstechnieken
Br 12 92 b13
Een overzicht van de aangetroffen funderingen, behorende bij de twee gebouwen met een verdere reconstructie. Links het Donkvaartriool, Bovenaan, midden een fragment van de fundering van de Barbarakathedraal.

Donkvaart en Kathedraal

Aan het eind van het onderzoek werd een lange kademuur langs de Donkvaart aangetroffen en de overkluizing uit 1865. Van de in 1866 gebouwde en in 1970 gesloopte Barbara-kathedraal werden slechts enkele resten teruggevonden. Wel werden er grote uitbraaksleuven aangetroffen.
Uit historische bronnen blijkt dat in 1617 de kavels tussen de Donkvaart en de Hoge Brug in cijns werden uitgegeven. Een aantal percelen blijkt dan al bebouwd te zijn. In drie gebouwen zou een brouwerij zijn gevestigd. Mogelijk hebben de opgegraven gebouwen dus als brouwerij dienst gedaan.

Br 12 84 4
Br 12 92 6
De metersdiepe verstoringen ontstaan bij de sloop van de Barbarakathedraal (1984). Rechts het blootgelegde Donkvaart riool (1992).

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven