Tijdens het onderzoek ten westen van de Rekenkamer op het terrein van de Koninklijke Militaire Academie werd in 1995 de ommuring van het middeleeuws kasteel van Breda over een lengte van enkele tientallen meters blootgelegd en onderzocht. De ommuring bestaat uit een verdedigingsmuur met aan de binnenzijde op regelmatige afstanden forse maar onregelmatig gemetselde steunberen. Deze wijzen er op dat achter de muur een aarden wal aanwezig was. Immers de steunberen verankerden de muur als het ware in de wal.
Opgraving KMA /Rekenkamer 1995
Voorafgaand aan de bouw van de muur was het terrein één of meerdere malen fors opgehoogd. De datering van de eerste ophoging is onzeker en kan mogelijk dateren uit de periode van de bouw van het Polanen-kasteel in het midden van de veertiende eeuw. De aanleg van de ommuring is van latere datum en stamt wellicht uit (het midden van) de vijftiende eeuw.
Rekenkamer en aanlegplaats
In het begin van de zestiende eeuw werd deels op de ommuring een representatief woonhuis gebouwd dat later als Rekenkamer van het kasteel gaat dienen. Gelijktijdig werd pal naast de Rekenkamer een insteekhaven aangelegd. Dit haventje lag tussen de middeleeuwse muur en de binnengracht van het kasteel waarmee het een open verbinding had. Tijdens de opgraving is uit oogpunt van conservering slechts een klein deel van het dok onderzocht. De bodemlaag van het dok leverde een rijke concentratie vondsten op waarbij de aanwezigheid van een groot aantal fragmenten van kacheloventegels opviel. Het dok zelf is dichtgestort met puin dat waarschijnlijk afkomstig is van de verbouwing van het kasteel tot militaire academie in de negentiende eeuw.