Nijverheidssingel (Centrum)

Gebieden
1877 tot heden
Str276 nijverheidssingel low Str276 nijverheidssingel low

Schepen aan de Nijverheidssingel bij de Patersmuur, rond 1925. (Beeldcollectie Stadsarchief Breda)

In 1868 nam de Nederlandse regering het besluit een groot aantal vestingen op te heffen, waaronder Breda. De Domeinen van het Ministerie van Financiën namen de vestinggronden over waarna de vestingen werden gesloopt en op de vrijgekomen gronden wegen werden aangelegd. De bouwterreinen werden vervolgens in kavels verkocht. Leider van deze operatie was de Arnhemse architect F.W. van Gendt. De ontmanteling van de vesting Breda ving aan met het slopen van de stadspoorten in het voorjaar van 1870. Het definitieve ontwerp van Van Gendt dateert van 7 april 1875. De slechting was voltooid in 1876.

Plan van Uitleg van Van Gendt

Van Gendt maakte ook de plattegrond voor de nieuwe straten, het zogenaamde Plan van Uitleg. Hij modelleerde zijn ontwerp rond de Singelgracht. Hij verlengde de belangrijkste straten tot aan de reeds bestaande uitvalswegen: hij verbond de Korte Boschstraat met de Terheijdenseweg, de Boschstraat met de Teteringsedijk, de Ginnekenstraat met de Ginnekenweg, de Haagdijk met de Haagweg en de Prinsenkade met de huidige Markkade.

Nijverheid

De stadsarchitect A.J.F. Cuypers merkte in een notitie uit 1873 of 1874 op dat de Singelvaart van de Gasfabriek tot de Antwerpsepoort zeer geschikt was voor fabrieken, leg- en losplaatsen voor hout, stenen, puin en bagger en voor mestplein, de huidige Nijverheidssingel dus. De brug bij de gasfabriek moest volgens hem dan ook een draaibrug zijn om dit gedeelte van de Singelgracht bevaarbaar te maken. In de buurt van het station en het Valkenberg voorzag Cuijpers echter een representatieve woonwijk. De grootste uitbreiding van fabrieken op de geslechte vestingwerken zou inderdaad plaats vinden in de omgeving van de Tramsingel en de Nijverheidssingel. De reden dat industriële ontwikkeling langs de Tramsingel en Nijverheidssingel werd toegelaten zal zijn dat er op dat moment al een industriegebied was ontstaan aan de westzijde van de Mark. Industrie was bovendien gebonden aan de aanwezigheid van bevaarbaar water. Wat nog aan de vroegere nijverheid herinnert zijn de bolders die op regelmatige afstand aan het water staan. Tot in de jaren vijftig legden hier schepen aan.

Binnensingel

Bij raadsbesluit van 29 september 1877 kreeg deze singelweg de naam Westbinnensingel en op 26 januari 1895 werd deze naam gewijzigd in Nijverheidssingel. De Nijverheidssingel maakt tegenwoordig deel uit van de binnensingels. De gemeente streeft er naar deze te ontwikkelen tot een ringfietsroute rond het centrum. Het gedeelte tussen de Schorsmolenstraat en de Nieuwe Haagdijk staat bekend als de Patersmuur, vroeger een bekend vrijersplekje.

Literatuur

Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).
Gerard Otten, 'De ontmanteling van Breda en het Plan van Uitleg van Van Gendt, 1869-1881', in Jaarboek de Oranjeboom XLIV (1991)

Deel dit artikel

Nieuwsbrief

Ook interessant

Idee icoon

Mis je iets? Informatie onjuist? Ideeën?

Mail je reactie
Erfgoedweb is een initiatief van
gemeente Breda
chevron-up Scroll naar boven