De Tramsingel is één van de drukke buitensingels van Breda. In 1868 nam de Nederlandse regering het besluit een groot aantal vestingen op te heffen, waaronder Breda. De Domeinen van het Ministerie van Financiën namen de vestinggronden over waarna de vestingen werden gesloopt en op de vrijgekomen gronden wegen werden aangelegd. De bouwterreinen werden vervolgens in kavels verkocht. Leider van deze operatie was de Arnhemse architect F.W. van Gendt.
De ontmanteling van de vesting Breda ving aan met het slopen van de stadspoorten, in het voorjaar van 1870 de Ginnekenpoort en de Boschpoort, in de tweede helft van dat jaar de Waterpoort en in het voorjaar van 1871 de Haagpoort. De slechting was voltooid in 1876.
Plan van Uitleg van Van Gendt
Van Gendt maakte ook de plattegrond voor de nieuwe straten, het zogenaamde Plan van Uitleg. Hij modelleerde zijn ontwerp rond de Singelgracht. Hij verlengde de belangrijkste straten tot aan de reeds bestaande uitvalswegen: hij verbond de Korte Boschstraat met de Terheijdenseweg, de Boschstraat met de Teteringsedijk, de Ginnekenstraat met de Ginnekenweg, de Haagdijk met de Haagweg en de Prinsenkade met de huidige Markkade.
Fabrieken
De stadsarchitect A.J.F. Cuypers merkte in een notitie uit 1873 of 1874 op dat de Singelvaart van de Gasfabriek tot de Antwerpsepoort zeer geschikt was voor fabrieken, leg- en losplaatsen voor hout, stenen, puin en bagger en als mestplein, de huidige Tramsingel en Nijverheidssingel dus. De brug bij de gasfabriek moest volgens hem dan ook een draaibrug zijn om dit gedeelte van de Singelgracht bevaarbaar te maken. In de buurt van het station en het Valkenberg voorzag Cuijpers echter een representatieve woonwijk. De grootste uitbreiding van fabrieken op de geslechte vestingwerken zou inderdaad plaats vinden in de omgeving van de Tramsingel en de Nijverheidssingel. De reden dat industriële ontwikkeling langs de Tramsingel en Nijverheidssingel werd toegelaten zal zijn dat er op dat moment al een industriegebied was ontstaan aan de westzijde van de Mark. Industrie was bovendien gebonden aan de aanwezigheid van bevaarbaar water. Wat nog aan de vroegere nijverheid herinnert zijn de bolders die op regelmatige afstand aan het water staan. Tot in de jaren vijftig legden hier schepen aan.
Tramstation Haagpoort
Bij raadsbesluit van 29 september 1877 kreeg deze buitensingel de officiële naam Westbuitensingel. In 1891 werd op de hoek van de Tramsingel en de Haagweg het tramstation Haagpoort gebouwd van de Zuid-Nederlandsche Stoomtram-Maatschappij, de ZNSM. Even daarvoor, in 1890, werden al verschillende tramlijnen in gebruik genomen vanaf de Haagpoort naar Wuustwezel en Etten. Later bereikten de stoomtrams Antwerpen, Roosendaal, Bergen op Zoom en Willemstad. In 1893 werd de tramlijn van het tramstation doorgetrokken via de huidige Tramsingel en de Trambrug naar het spoorwegstation.
Op 26 januari 1895 gaf de gemeenteraad de singel de passende naam Tramsingel. In 1937 werd alle vervoer op de tramlijnen gestaakt en in 1938 reed de laatste opbraaktram over de Tramsingel.