Vóór 1899 liep de Loopschans ter hoogte van de Ginnekenweg via de huidige Koninginnestraat, Paul Windhausenweg, Cavaleriestraat en Loopschansstraat naar de Teteringsedijk. Toen Breda in 1531 van nieuwe vestingwerken voorzien werd, moet er al een weg buitenom gelopen hebben om de verbinding met de Molengracht (de huidige Generaal Maczekstraat) en de Lovensdijk, die door de aanleg van de nieuwe wal verbroken was, te herstellen. Deze weg zal waarschijnlijk wat meer naar het westen gelegen hebben dan de latere Loopschans. Het tracé van deze weg is hoogstwaarschijnlijk gefixeerd in 1622, toen prins Maurits aan deze zijde van de stad nog drie grote hoornwerken liet aanleggen. Daarmee bereikten de vestingwerken hun grootste omvang.
De Loopschans
In 1682 werden de vestingwerken gereconstrueerd en bij deze gelegenheid werd een bedekte weg of loopschans aangelegd. Deze weg is niet identiek met de latere Loopschans. De weg buitenom de loopschans nam echter langzamerhand de naam Loopschans over. Buiks vond de Loopschans als geografische aanduiding genoemd in 1699. Op het minuutplan van het kadaster van 1824 staat nog voorzichtig de Weg genaamd de Loopschans, maar de leggers van openbare wegen van 1872 en 1888 noemen de weg zonder meer de Loopschans.
Om de veranderingen in de loop van deze weg goed te begrijpen is het handig om eens een kijkje te nemen op de website Topotijdreis.