De 14e eeuwse burcht van
Breda is voor de smaak van Hendrik III van Nassau en Mencía de Mendoza te klein
en te ouderwets. Vanaf 1527 beginnen de plannen voor een grootse verbouwing.
Hendrik III en Mencia hebben onder andere de wens om een binnenplaats met een
colonnade van ronde bogen te laten maken. Dat idee is waarschijnlijk ontstaan
door een soortgelijke binnenplaats in het Spaanse Kasteel La Callahora dat Mencia
meebrengt in het huwelijk. De ruimte (de zwikken) tussen de bogen en de verdiepingslijst rondom het binnenplein van
het Kasteel van Breda worden versierd met tondi (reliëf-medaillons), waarin de koppen van beroemde
figuren uit de klassieke oudheid prijken. Tommaso di Andrea Vincidor mag ze
ontwerpen. De figuren zijn verbonden met de hoofdstukken in Vitae
parallellae van Plutarchus uit ca. 46-120.
Originele medaillons van het Kasteel van Breda
08-11-2021Na binnenkomst door de poort van het kasteel zie je direct rechts Romulus en direct links Theseus. Dit zijn de twee legendarische stedenstichters waarmee Plutarchus zijn boek begint.
In september 1531 ontvangt Hendrik III van Nassau uit de erfenis van zijn in 1527 kinderloos gestorven vriend (oom van zijn eerste vrouw) Philips van Kleef-Ravestein een manuscript van Plutarchus. De tondovorm waarin de helden op de binnenplaats zijn afgebeeld is in Italië al toegepast, maar in de Nederlanden is dat nog nieuw. Door weersomstandigheden en de tand des tijds krijgen de terracotta medaillons het zwaar en worden vervangen in 1927-28. Drie originele medaillons (Romulus, Sulla en Aristides) bevinden zich tegenwoordig in de collectie van Stedelijk Museum Breda. De medaillons geven goed de interesse van Hendrik III en Mencia in de renaissance weer, dat gebaseerd werd op de literatuur van de Oudheid.